Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Posts Tagged ‘Verlichting

De mythe van de moederliefde

leave a comment »

BADINTER, E., De mythe van de moederliefde. Geschiedenis van een gevoel. Utrecht, Bijleveld, 1983, 271 pp. – ISBN 906 1318 017

In 1780 werden in Parijs van de 21.000 pasgeborenen 19.000 onmiddellijk na de geboorte uitbesteed bij een voedster. Dit was in Frankrijk al ettelijke eeuwen gebruikelijk. Pasgeboren baby’s werden ingebakerd en op open karren naar het platteland vervoerd. Om dit betaalde werk te verrichten had de voedster haar eigen kind vaak bij een andere voedster ondergebracht of ze gaf het een papje te eten.

Kinderen werden aan de lopende band uitbesteed en verlaten. Ze stierven in groten getale omdat hun ouders nauwelijks naar hen omkeken. Hoe moet een dergelijke achteloosheid worden uitgelegd, zeker in een tijd waarin borstvoeding van levensbelang was voor het kind? En hoe valt te verklaren dat de moeder van latere eeuwen onmiddellijk na de geboorte overweldigd werd door een instinctieve liefde voor haar kind?

In haar eerste boek uit 1980 presenteert Elisabeth Badinter, filosofe en militant feministe, een studie over de veranderende opvattingen over moederschap in de voorbije eeuwen. Hierin toont ze overtuigend aan dat de manier waarop moederliefde wordt geuit, varieert naargelang het moederschap door de maatschappij hoog of laag gewaardeerd wordt.

Voor het einde van de 18e eeuw telde het kind nauwelijks in het gezin. Het werd vaak als last beschouwd, als onbeduidend bekeken en in het beste geval geduld. Maar in de laatste dertig jaar van de achttiende eeuw kwam er een nieuwe filosofie op. Denkers zoals Rousseau hemelden de moeder-kindrelatie op en kenden aan de moeder een bijna goddelijke status toe.

Langzaam groeide het idee dat een koesterende, zorgende moeder onontbeerlijk was voor de overleving en het welzijn van het kind. Op allerlei manieren werd vrouwen aangepraat dat het moederschap een noodzakelijke en edele taak was, en een bron van menselijk geluk.  De moeder was ten volle verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind. Ze had de plicht haar kind op te voeden tot een gelovig christen en gehoorzaam burger.

In de negentiende eeuw ging het moderne gezin zich groeperen rond de moeder. De vrouw aan de haard werd opgesloten in haar moederrol. Moeders waren bovendien ondergeschikt aan de man/vader. Veel vrouwen voelden zich daar goed bij, maar andere werkten hun frustratie hierover uit op hun  kinderen. Hun relatie kenmerkte zich niet zozeer door liefde, maar door controleren en macht uitoefenen.

Daar deed de psychoanalyse in de twintigste eeuw nog een schep bovenop. Als er met het kind iets mis ging, was de moeder schuldig. Ook al zijn hun teksten en inzichten nu achterhaald, de psychoanalisten hebben zeer veel invloed gehad op het moderne beeld van de ‘normale’ zorgende moeder.

Dank aan de feministische theorieën van de jaren 60 van de 20e eeuw kunnen vrouwen er voor de eerste maal in de geschiedenis zelf voor kiezen om huis en kinderen te verlaten en buitenshuis te gaan werken als mogelijkheid tot zelfontplooiing. Dit was uiteraard niet mogelijk geweest zonder efficiënte anticonceptie.

De moderne evolutie bewijst dat het moederschap niet altijd de voornaamste levensvervulling van de vrouw is en moet zijn. Meteen wordt duidelijk dat de gezinsverhoudingen zoals wij die kennen, niet vanzelfsprekend zijn. Ze zijn een Westerse uitvinding en niet zonder meer te extrapoleren naar andere samenlevingen.

Dit werk heeft bij verschijnen felle reacties uitgelokt. In haar antwoord, dat in de latere uitgaven opgenomen is, geeft Badinter haar doordachte visie op moederliefde. Moederliefde is geen allesoverheersende emotie die een vrouw overvalt na de geboorte van haar kind. Zoals ieder menselijk gevoel is het veranderlijk, broos en onvolmaakt. Misschien is het niet zo diep in de vrouwelijke natuur gegrift. Moeders geven het kind aandacht en genegenheid wanneer zij daar maatschappelijk voor beloond worden.

Elisabeth Badinter mag het nog meemaken dat ook vaders emotioneel veel nauwer betrokken zijn bij hun kinderen. We zien steeds meer jonge vaders actief bezig met de verzorging en opvoeding van hun kinderen. In veel landen kunnen ze gebruik maken van vaderschapsverlof. Alhoewel nog in een pril stadium, de thuisblijvende vader wordt niet meer met de nek aangekeken. En heel recent kunnen en mogen vrouwen (en mannen) tot uiting brengen dat zij geen kinderen willen of dat het leven zonder kinderen even en zelfs meer bevredigend kan zijn.

Heel wat boeken zijn snel verouderd, maar dat is zeker niet het geval voor De mythe van de moederliefde. Alleen al de studie van de gebruiken en het gedachtegoed uit de 18e eeuw maakt het de moeite waard. Dit geldt ook voor de kritische kijk op het ideeëngoed van de psychoanalyse, die in Frankrijk nog altijd veel invloed heeft.

Het thema blijft bovendien actueel. Alhoewel vrouwen in het Westen kunnen studeren en een carrière uitbouwen, is de feministische strijd nog niet gestreden. Veel werkende moeders moeten nog altijd genoegen nemen met een lager loon. Het vinden van een geschikte kinderopvang is vaak een heksentoer. En ze voeren nog altijd driekwart van de onbetaalde zorgtaken uit met een enorme impact op hun leven.

©  Minervaria

Deze baanbrekende sociologische studie wordt door antropologe, primatologe Sarah Blaffer Hrdy evolutionair en antropologisch grondig onderbouwd in Moederschap. Een natuurlijke geschiedenis.

Written by minervaria

10 februari 2020 at 17:42

John Stuart Mill. 150 jaar Over Vrijheid

leave a comment »

VERHOFSTADT, D (Red.), John Stuart Mill. 150 jaar Over vrijheid. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet/Atlas, 2009, 240 pp. – ISBN 978 908918 023 0

In 2009 was het 150 jaar geleden dat de Britse politieke filosoof John Stuart Mill On Liberty publiceerde. Vrijheid, voor ons vanzelfsprekend, was toen slechts voor een kleine elite weggelegd. De strijd voor vrijheid is nog steeds actueel. Zeker in niet-Westerse landen is ze nog steeds niet gestreden. Maar ook in het Westen roept de kwestie van de vrijheid heftige discussies op. Kunnen alle meningen zonder meer geuit worden? Mogen mensen zelf beschikken over eigen leven en dood?

John Stuart Mill was op veel vlakken een voorloper op eenzame hoogte. Centraal staat het verdedigen van de persoonlijke autonomie. Iedere mens is vrij om zelf over zijn leven te beschikken. Aldus staat het gedachtegoed van Mill lijnrecht tegenover ideologieën die het individu ondergeschikt maken aan een gemeenschap, een volk, ras, natie of geloof. Conservatieven, populisten en nationalisten claimen ten onrechte delen van zijn gedachtegoed.

Maar ook libertariërs, met hun absoluut geloof in de laisser-faire economie, kunnen zich niet op de ideeën van Mill beroepen. Hij verdedigde immers niet alleen de vrijheid, maar had ook duidelijke ideeën over de voorwaarden die vervuld moesten worden zodat ieder individu werkelijk vrij zou zijn. De grondvoorwaarde is dat de vrijheid van de een ophoudt waar die van de ander geschaad wordt. Vrijheid, autonomie en zelfbeschikking kunnen slechts gerealiseerd worden in combinatie met rechtvaardigheid, solidariteit en herverdeling. Daarom stond hij op de bres voor een aantal socialistische strijdpunten.

In dit boek geven twaalf auteurs uit België en Nederland hun kritische beschouwingen over een aantal thema’s die Mill belangrijk vond. Zo lezen we onder meer hoe hij dacht over de vrijheid van meningsuiting, over het socialisme, het feminisme, het populisme, de religie en het onderwijs. Zij tonen aan waarom veel van zijn stellingen nauwelijks aan waarde hebben ingeboet.

Drie van de bijdragen vallen op door hun helderheid en toegankelijkheid. Patrick Loobuyck vat de kernideeën in het standaardwerk On Liberty samen. Vrijheid is voor Mill geen waarde op zich, maar staat ten dienste van zelfontplooiing. Mensen moeten vrij zijn om hun talenten te ontwikkelen en een geestelijk hoogstaand leven te leiden dat bij hen past. Dirk Verhofstadt wijst ons erop dat individualisme geen vrijbrief is voor egoïsme, narcisme of onverschilligheid, maar een pleidooi voor zelfbeschikkingsrecht en tegen de ondergeschiktheid van het individu aan een collectiviteit. En Koen Schoors vergast ons op een zeer inzichtelijke uitleg over de implicaties van Mills ideeën voor de vrijemarkt-economie.

John Stuart Mill kan beschouwd worden als de belangrijkste liberale filosoof uit de geschiedenis. Sommige bijdragen in dit boek zijn zeer geschikt als eerste kennismaking met zijn ideeëngoed. Wie daar reeds mee vertrouwd is zal in andere hoofdstukken opfrissing en verdieping vinden. Het voordeel van bundels als deze is dat de verschillende hoofdstukken afzonderlijk te lezen zijn.

© Minervaria

Written by minervaria

18 maart 2012 at 09:23

Geplaatst in Filosofie, Politiek

Tagged with

Morele helderheid

leave a comment »

NEIMAN, S., Morele helderheid. Goed en kwaad in de 21e eeuw. (Vert. Moral Clarity. A Guide for Grown-Up Idealists) A’dam, Uitg. Ambo/Anthos, 2008, 472 pp. – ISBN 978 90 263 2155 9

“In de Westerse seculiere cultuur hebben morele uitspraken geen duidelijke plaats”, stelt de in Berlijn wonende Amerikaanse filosofe Susan Neiman vast, “en het doen van zulke uitspraken geeft velen een ongemakkelijk gevoel.”

Toch is onderscheid maken tussen goed en kwaad een vermogen dat hoort tot het wezen van de mens. Ook al is de wereld zelf helemaal niet moreel, mensen hebben de aangeboren behoefte om de wereld in morele termen te zien. Wij hebben een diep geworteld rechtvaardigheidsgevoel. Talloze mensen op deze planeet leiden een leven dat wordt vergald door ziekte, armoede, verdrukking, gewelddadige conflicten, een ongelukkig huwelijk of een combinatie van dit alles. Het leven is oneerlijk en onrechtvaardig. Wanneer onschuldige mensen lijden en het slechte mensen voor de wind gaat komen we spontaan op zijn minst innerlijk in opstand.
Kunnen wij met die onrechtvaardigheid ongestoord verder leven? Of is er een meer menswaardige reactie mogelijk?

We hebben de keuze, zegt Susan Neiman. Eerste mogelijkheid: we leggen ons bij de feiten neer en zoeken de verklaring in de aard van de dingen zelf. Je kan onheil en ellende wegredeneren door te stellen dat dit nu eenmaal de realiteit is of de wil van God of de natuurlijke orde of de schuld van slechte machthebbers. Het is de gemakkelijke, eenvoudige weg en het cynische antwoord van politiek en conservatief rechts. Zoals ik recent op een forum las: “Kortzichtig misschien, maar zo werkt de wereld van tegenwoordig nu eenmaal.”

Toch bevat deze uitspraak een glimp van morele helderheid. Want de term ‘kortzichtigheid’ doet vermoeden dat er een andere weg is. Je kunt je blijkbaar al dan niet vaag voorstellen dat het ook anders kan. Je bent niet gedwongen je neer te leggen bij onrechtvaardigheid want je zou die kunnen bestrijden. Is dat iets anders dan wat politiek rechts pretendeert? Ja, want je niet neerleggen bij onrecht en onrechtvaardigheid wordt door conservatief rechts op hoongelach onthaald en smalend  kinderlijk of puberaal dromen over een onbereikbare fantasiewereld genoemd. “Word volwassen”, roept conservatief rechts, “en zie de realiteit onder ogen.” Waarmee ze bedoelen: leg je bij de feiten neer.

Volgens Susan Neiman is het net andersom. Uitgerekend je neerleggen bij moreel onrecht getuigt van onnadenkendheid en gebrek aan redelijkheid. Een ideaal koesteren van een betere wereld en je daarvoor metterdaad inzetten is geen teken van onvolwassenheid maar juist van rijpheid en van het vermogen tot oordelen. Verandering is de kernboodschap van links. Helaas heeft het debacle van de grote vooruitgangsideologieën van de 20e eeuw links de grond onder de voeten weggeslagen. Links kijkt bedremmeld toe en speelt stommetje in het waardendebat dat rechts helemaal voor zich heeft opgeëist.

Met haar betoog wil Neiman de idealen van de verachte ‘wereldverbeteraars’ nieuw leven inblazen en funderen. Idealen zijn allerminst ondoordachte bevlogenheden zonder voeling met de werkelijkheid, zo betoogt ze, maar een uitdaging om onze menselijke creativiteit in te zetten voor iets beters dan de wereld die we kennen.

Maar welke idealen zijn de moeite van het nastreven waard en hoe weten we dat we hierop kunnen bouwen? De antwoorden zijn volgens Susan Neiman te vinden in de ideeën van de Verlichtingsfilosofen uit de achttiende eeuw. De Verlichting staat model voor de door conservatieve kringen zo verguisde moderniteit. Zo vereenzelvigt men de Verlichtingsfilosofie ten onrechte met individualistisch egoïsme, en beschuldigt haar ervan dat ze gevoelens en emoties vervangt door kille rationele kennis en verheven betrachtingen door plat materialisme.

Susan Neiman, die zich heeft verdiept in de Verlichting en het denken van Immanuel Kant, de Verlichtingsfilosoof bij uitstek, bestrijdt deze typering met klem. De Verlichting heeft ons bevrijd van bijgeloof en een onrechtvaardig aristocratisch systeem dat door de religies nagenoeg overal werd gesteund. En in haar kielzog heeft de moderniteit op uiteenlopende gebieden vooruitgang gebracht.

De Verlichting zegt ons immers dat we ons niet moeten neerleggen bij de wereld zoals ze is, maar dat we alles op alles moeten zetten om de universeel menselijke aspiraties op geluk en verbetering van de eigen toestand te vervullen. Het hoort tot de aard van de mens om te streven naar geluk, redelijkheid, eerbied en vooral hoop. En omdat dit universeel menselijke streefdoelen zijn mag niemand daarvan wetens willens uitgesloten worden. Het besef dat wat ik voor mezelf wens ook de wens is van de andere, moet ons ertoe brengen om die andere niet anders te behandelen dan wij zelf zouden behandeld willen worden.

Dit zijn de fundamentele waarden van links, zegt Neiman, en die moeten we weer helder krijgen en uitdragen. Hoe dit moet en kan gebeuren beschrijft ze in het laatste deel. De linkerzijde moet weer helden hebben, en daarvoor durven uitkomen. Verlichtingshelden zijn geen supermensen of halfgoden die de waarheid in pacht hebben, maar gewone mensen die twijfelen en fouten maken. Daarnaast denken zij redelijk na en spannen zij zich in door persoonlijke keuzes en inspanningen zichzelf en moeilijkheden te overwinnen. Susan Neiman beschrijft in haar boek een aantal voorbeelden van moderne Verlichtingshelden. Wat hen kenmerkt is de wetenschap dat vooruitgang in kleine stapjes verloopt, en dat het niet zozeer belangrijk is wat of wie je bent of hoe je het bedoelt maar wat je doet. Die helden kunnen mensen tonen dat je dichter bij het ideaal kunt komen als je je niet neerlegt bij de feiten maar zelf handelt en dat niet overlaat aan anderen of machtiger instanties.

Niet voor niets stond Susan Neiman op het podium aan de zijde van Barack Obama bij zijn inauguratie als president van de Verenigde Staten. We hebben politici nodig die weer durven uitkomen voor de echte waarden van links, die zich niet neerleggen bij een onrechtvaardige realiteit en de schuld niet in de schoenen van anderen schuiven. Ze roepen iedereen op om verantwoordelijkheid te nemen voor een wereld waarin het voor iedereen goed leven is en zij nemen daarbij het voortouw door zelf aan de slag te gaan.

Die boodschap had de zeer erudiete Susan Neiman naar mijn mening veel helderder en compacter kunnen formuleren. Ze heeft enorm veel zorg besteed aan een stevige en ruime onderbouwing van haar pleidooi voor heldere waarden. Diezelfde bekommernis maakt het voor de lezer echter lastig om de lijn van haar betoog te volgen. Door de veelheid van invalshoeken en argumenten wordt de kern ervan vaak ondergesneeuwd. Ook al is dit boek niet voor het grote publiek bestemd, ook voor een beperkt publiek had het doorzichtiger en leesbaarder mogen zijn.

Niettemin heb ik dit veelzijdige en buitengewoon rijke boek met bewondering en frisse moed doorworsteld. Susan Neiman heeft mijn kennis over de Verlichting en haar belangrijke filosofen opgefrist, verruimd en verdiept. Maar bovenal heeft het mij herinnerd aan het enorme belang van hoop en persoonlijk engagement, hoe gering ook, voor een betere wereld voor iedereen.

© Minervaria

Interview met Susan Neiman

Op dinsdag 19 januari 2010 krijgt Susan Neiman het woord in Grote denkers over de toekomst

Written by minervaria

8 januari 2010 at 22:21

Geplaatst in Ethiek, Filosofie, Politiek

Tagged with

De Verlichting vandaag

leave a comment »

ABICHT, L., De Verlichting vandaag. A’pen,/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2007, 199 pp. – ISBN 978 90 5240 927 6

De denkers van de As-tijd, de periode tussen 900 en 200 v.C., hadden het voor het eerst over de Verlichting van het individu en de samenleving. Het hoogste goed voor de mens, zo stelden ze, is zijn leven in dienst te stellen van het mededogen met andere mensen. De grote georganiseerde godsdiensten hebben deze wijsheid op hun eigen manier opgeëist en ingevuld.

Door de West-Europese Verlichting is deze invulling in vraag gesteld en afgewezen. Volgens de Verlichte denkers is de mens begaafd met rede en vrije wil. Hij is het aan zichzelf en zijn medemensen verplicht deze eigenschappen zo goed en zo autonoom mogelijk te gebruiken. Het autonome gebruik van de rede staat gelijk met vrijheid, zelfstandigheid en volwassenheid. De Verlichting heeft daarmee de suprematie van de religie in het Westen doorbroken. Het primaat van de rede staat ook aan de basis van de bloei van het wetenschappelijke denken en de technologie. Een nieuw tijdperk was begonnen waarin de belofte van een grootse toekomst besloten lag.

Toch heeft de Verlichting de mensheid niet het heil gebracht dat ze beloofde. In naam van de grote principes Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid brachten de voorbije eeuwen wel de huidige democratieën voort, maar ook het brutale kolonialisme en een aantal totalitaire regimes die zich aan gruwelijke genociden te buiten gingen. Uiteraard waren de meeste daders uitgesproken vijanden van de Verlichtingsideeën en het democratische systeem. Toch werden deze misdaden door verbazend veel mensen geduld en in veel gevallen zelfs verdedigd of toegejuicht. Was de historische Verlichting dan niet meer dan de wensdroom van een klein aantal westerse filosofen, kunstenaars en wetgevers die nauwelijks vat hadden op de maatschappelijke realiteit?

De geschiedenis heeft ons geleerd dat het niet volstaat te streven naar een rationele en seculiere samenleving opdat de Verlichtingsideeën zouden bloeien. Zijn ze dan onrealistisch of hopeloos voorbijgestreefd? Hoe kunnen wij het erfgoed van de Verlichting benoemen en in de praktijk brengen zonder weer in excessen te vervallen? Wat kan de Verlichting ons nog leren? In dit boek komen deze vragen aan de orde.

In een eerste hoofdstuk buigt Ludo Abicht zich over de oorsprong, de ontwikkeling en een aantal wezenlijke aspecten van de Verlichting. Daarbij valt op hoe, op basis van dezelfde grote principes, de verschillende denkers er al meteen zeer verscheidene interpretaties op na hielden. Sommige tegenstanders noemen dit een zwakheid, het is echter geheel in de lijn met het primaat van het autonome en zelfstandige denken. Een onderscheid dat later zeer belangrijk zal blijken is dit tussen de radicale en gematigde denkers. Voor radicale Verlichte denkers dienden de theoretische inzichten immers ook op politiek en sociaal vlak in praktijk gebracht te worden. Zij wilden ook de wereldlijke macht inrichten volgens de Verlichtingsideeën. De gematigde denkers, die hun pijlen vooral richtten op de godsdienst, hebben echter het pleit gewonnen. De wereldlijke machthebbers waren zeker in eerste instantie niet geneigd Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid voor allen, dus een echte democratie, te realiseren.

Dit is meteen al een van de kritieken die de Verlichting te verwerken kreeg. Deze en andere kritiek behandelt Abicht in het tweede hoofdstuk. Al vanaf het begin van de Verlichting werd zowel uit conservatieve en reactionaire als uit progressieve hoek kritiek geuit en ze is nog steeds actueel. Vandaag zijn verbazend genoeg meer voorstanders van de Verlichting te vinden in het traditioneel rechtse kamp dan in linkse kringen.

Het leeuwendeel van het boek gaat uiteraard over de betekenis die de Verlichting kan hebben voor de moderne, democratische samenleving. In het derde hoofdstuk gaat Abicht op zoek naar die elementen uit de Verlichting die strategisch of pedagogisch nuttig kunnen zijn voor de verdediging van de huidige democratische samenleving en zonder dewelke de democratie gewoonweg niet langer kan bestaan. In navolging van Ernst Bloch toetst hij enkele grote Verlichtingsthema’s op hun actualiteitswaarde, onder andere waarheid en kennis, vrijheid, gelijkheid.

Zijn conclusie is zowel eenvoudig als complex. Het project van de westerse Verlichting heeft zeker niet afgedaan en is nog altijd brandend actueel. In een geglobaliseerde wereld met een grote diversiteit aan levensbeschouwingen en culturen willen alle mensen immers op evenwaardige manier aan bod komen. De Verlichting mag dan wel Europees van oorsprong zijn, ze is ook universalistisch: ze gaat alle mensen overal aan. Bovendien zijn ook in andere culturen en samenlevingen Verlichtingsideeën aanwezig. Abicht noemt het project van de Verlichting het voorlopig beste discussieplatform voor de realisatie van actief en authentiek pluralisme. In de negatieve betekenis betekent dit het afwijzen van elke vorm van fundamentalisme, in de positieve betekenis een poging om op een open en positieve manier met de diversiteit aan levensbeschouwingen en culturen om te gaan.

Huldigt Abicht hiermee niet een al te positieve en dus eenzijdige visie op de mens en de samenleving? Kan de rede het uiteindelijk winnen van bruut geweld of eng groepsgevoel? Recente inzichten in de werking van het brein lijken er immers op te wijzen dat de mens niet in de eerste plaats een redelijk wezen is, maar zich vooral laat leiden door emoties en gevoelens. We leven in een onttoverde, seculiere wereld. Veel mensen voelen zich daarin ontheemd. Mensen blijven immers de vraag stellen naar de zin van het leven en de dood. Volgens Abicht zullen de slaagkansen van een hernieuwde Verlichting afhangen van de mate waarin ze in staat is op een positieve manier op deze reële menselijke vragen en behoeften in te gaan.

Als we het onafgewerkte project van de Verlichting een nieuwe kans willen geven, moeten we de spanningen in een samenleving onder ogen zien en niet verwerpen, en zoeken naar een manier om het midden te houden. En in de geest van de vrije rede, moet al wie met betere voorstellen komt een kans krijgen om anderen van zijn gelijk te overtuigen. Hiermee pleit Abicht voor een echte vrije meningsuiting, die niet wordt ingeperkt door individuele en groepsgevoeligheden. In het licht van meer en minder recente maatregelen, zoals het verbod op negationisme en het hoofddoekenverbod, is dit een zeer belangrijke stellingname.

Actief en authentiek pluralisme is dus geen afgewerkt en onveranderlijk geheel zoals de thora, bijbel of koran. Het is daardoor niet de gemakkelijkste, maar wel de enige weg naar een wereld waarin de waarden van de Verlichting voor alle mensen werkelijkheid kunnen worden. Het is de voorwaarde voor een authentieke democratie en een open samenleving, waarin de macht zo breed mogelijk gespreid is.

Dit boek is een stevig pleidooi voor diversiteit, vrijheid, tolerantie en actief pluralisme. Abicht presenteert een sober en tegelijk diepgaand betoog, dat bovendien zeer leesbaar is geschreven en dus vlot te verwerken. Het is ook zeer degelijk gedocumenteerd.
Een waardevol werk en een echte aanrader!

© Minervaria

Written by minervaria

15 februari 2008 at 22:47

Geplaatst in Cultuur, Filosofie, Politiek

Tagged with