Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Archive for the ‘Natuurwetenschappen’ Category

Wat bomen ons vertellen

leave a comment »

TROUET, V., Wat bomen ons vertellen. Een geschiedenis van de wereld in jaarringen. (Vert. Tree Story: The History of the World Written in Rings, 2020) Tielt, Uitg. Lannoo, 2020, 296 pp. – ISBN 978 94 014 6675 2

Hebt u het al opgemerkt? Het snijvlak van een omgehakte boom staat vol concentrische cirkels. Hoe ouder een boom, des te dikker de stam en hoe meer cirkels. Ze worden jaarringen genoemd, omdat bomen ieder jaar zo’n ring vormen. De dendrochronologie telt en bestudeert deze jaarringen in bomen en houten voorwerpen.

Op het eerste zicht lijkt dit een vrij saaie bezigheid. Maar dit is het allerminst, wat Valerie Trouet betreft. En dat zult u geweten hebben. Gepakt en gezakt neemt ze u mee op haar avontuurlijke tochten naar verafgelegen en onherbergzame gebieden om er oeroude bomen te monsteren. En ze vertelt u hoe de dendrochronologie uit hun jaarringpatronen een schat aan informatie haalt.

Want die jaarringen leren ons heel wat. Hun samenstelling, vorm en dikte is immers afhankelijk van de omstandigheden waaronder de boom het afgelopen jaar verkeerde. Omdat een boom ieder jaar een nieuwe maakt, zijn jaarringen absoluut en op het jaar af nauwkeurig te dateren.

Bomen zijn dan ook ideale toegangswegen tot de reconstructie van het verleden. Ze kunnen zeer oud worden en blijven onder bepaalde omstandigheden prima bewaard, zelfs dood. Dank zij de dendrochronologie kennen we precies de jaren in het verre verleden waarin een aardbeving plaatsvond, een vulkaanuitbarsting, overstroming of andere natuurrampen.

Ook door de mens veroorzaakte rampen zijn in de jaarringen vastgelegd. Men is het er bijvoorbeeld over eens dat grootschalige ontbossing verantwoordelijk is voor een belangrijk deel van het broeikaseffect. Ontbossing is echter al heel lang bezig. Voor de kolonisatie door de mens waren de kale Paaseilanden en IJsland bedekt met bos.

De meeste pre-industriële samenlevingen maakten immers kwistig en voortdurend gebruik van hout om te bouwen, te koken en hun woningen te verwarmen en om kunstvoorwerpen te maken. Jaarringdatering van hout, gevonden bij opgravingen, maakt het mogelijk om archeologische vondsten zeer nauwkeurig te dateren. Zo levert de dendrochronologie tevens een essentiële bijdrage aan onze kennis over vroege menselijke nederzettingen, handelsroutes en historische gebeurtenissen.

Jaarringen van bomen verschaffen ons ook heel wat informatie over klimaatschommelingen in het verleden en de invloed ervan op ecosystemen en samenlevingen. De dendroklimatologie laat zien hoe samenlevingen in het verleden de invloed ondergingen van klimaatveranderingen. De bloei en het verval van het Romeinse Rijk werd, behalve door socio-economische factoren zoals corruptie, burgeroorlogen en invallen van de barbaren, bepaald door klimaatveranderingen. Ook de successen van Djenghis Khan en zijn veroveringstochten, de opkomst en verval van het Oeigoerse Rijk, de ondergang van de Maya-samenleving en van de Khmers in huidige Cambodja worden begrijpelijker als men ook klimatologische factoren in rekening brengt.

Kennis van de invloed van natuurrampen in het verleden kan ons bovendien helpen om toekomstige uitdagingen beter het hoofd te bieden. Zo kan herbebossing in de strijd tegen klimaatverandering vakkundig worden aangepakt. En kennis over aardbevingen in het verre verleden kan helpen om een aardbeving in de toekomst op te vangen.

Er valt uiteraard nog veel meer te leren in dit fascinerende boek. Ik had er geen vermoeden van dat bomen ons zoveel kunnen vertellen. Valerie Trouet is bovendien een zeer begenadigd schrijfster. Wat bomen ons vertellen vat niet alleen samen wat het jaarringonderzoek heeft opgeleverd, maar het is ook het persoonlijke verhaal van een wetenschapster die begeesterd is door haar vak.

De tekst is bovendien zeer goed gedocumenteerd met een uitgebreide index van boomsoorten en een handig register van de gebruikte termen.

© Minervaria

Written by minervaria

2 augustus 2020 at 10:40

De opkomst en ondergang van de dinosauriërs

leave a comment »

BRUSATTE, S. De opkomst en ondergang van de dinosaurus(Vert. The Rise and Fall of the Dinosaurs. A New History of a Lost World, 2018) A’dam, Uitg. Ambo/Anthos, 2018, 408 pp. – ISBN 978 90 263 3644 7

In mijn schooltijd was ik bijzonder geboeid door dinosauriërs. Mijn klasgenoten hebben ettelijke spreekbeurten over deze reusachtige dieren moeten doorstaan. Maar dat betekent niets vergeleken met de fascinatie van Steve Brusatte. Als paleontoloog heeft hij van de studie van de dinosauriërs zijn levenswerk gemaakt. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kennis van het uitsterven van de dinosauriërs. In dit boek biedt hij een overzicht van wat we weten over deze indrukwekkende dieren.

De eerste dinosauriërs ontstonden ongeveer 230 miljoen jaar geleden in wat nu Zuid-Amerika is. Ze leefden in een heel andere wereld dan wij nu kennen. Er waren geen afzonderlijke werelddelen, maar één grote ononderbroken landmassa, Pangea, omringd door één grote oceaan. Ze leefden er samen met reusachtige amfibieën en reptielen. Toen Pangea zeer geleidelijk scheurde, veranderden de leefomstandigheden op aarde drastisch. Het gevolg was een massa-uitsterving, die de dinosauriërs overleefden.

In deze nieuwe wereld waren de dinosauriërs bijzonder succesvol. Ze gedijden meer dan 150 miljoen jaar lang buitengewoon goed. Ze waren geweldig succesvol en sommige kregen kolossale afmetingen. Elke landmassa had een uniek scala aan dinosauriërs en iedere soort had zijn eigen niche. Ze waren bijzonder goed aangepast aan hun omgeving. Sommigen kregen veren en werden vogels, zo’n tienduizend nieuwe soorten.

De inslag van een asteroïde maakte 66 miljoen jaar geleden echter een einde aan hun triomftocht.  Tegen deze bijzondere crisis bleken ze niet opgewassen. De succesnummers van de evolutie verdwenen en maakten daarmee uiteindelijk de weg vrij voor de moderne wereld. Maar de dinosauriërs zijn niet weggevaagd. De huidige vogels stammen rechtstreeks af van de voorouder van de dinosauriërs en zijn daarmee echte dinosauriërs.

Alles wat wij weten over deze indrukwekkende dieren is afgeleid uit de fossielen. Fossielen vertellen ons iets over hoe de dieren eruit zagen, hoe ze zich voortbewogen, wat ze aten, waar ze leefden en hoe ze stierven. Steve Brusatte laat uitgebreid zien hoe paleontologen dit verhaal reconstrueren met behulp van allerlei nieuwe onderzoeksmethoden en technologieën. Zo werden een aantal raadsels opgelost. Men denkt nu bijvoorbeeld te weten waarom een aantal dino’s zo reusachtig waren en waarom alleen de dinosauriërs uitstierven en niet de andere dieren.

Dit boek is dus niet alleen het verhaal van de dinosauriërs, maar evenzeer het relaas van de zoektocht naar fossielen en hun betekenis. U krijgt een levendig beeld van de uitdagende werkomstandigheden van paleontologen. In ieder geval is duidelijk dat dit geen werk is voor wie niet beschikt over een uitstekende fysieke conditie.

Het blijkt dan ook dat de onderzoekers in kwestie verre van gewone mensen zijn. Brusatte zet de verdiensten van zijn collega’s dan ook graag en terecht in de verf. De uitgebreide beschrijvingen van hun vestimentaire en culinaire voorkeuren zijn volgens mij echter niet relevant en leiden af van de essentie van het verhaal.

Ik vond het ook jammer dat de afbeeldingen van de hoofdpersonages beperkt blijven tot fossiele beenderen en enkele tekeningen van tot de verbeelding sprekende dinosaurussen zoals de T.Rex. Ik miste duidelijke reconstructies hoe de dieren er moeten hebben uitgezien. Enkele kleurenplaten zouden het boek meteen veel aantrekkelijker gemaakt hebben voor de geïnteresseerde leek.

Ondanks deze bedenkingen blijft de waarde van dit boek overeind. Het is bovendien zeer vlot te lezen en het kon mij boeien tot het einde.

©  Minervaria

Aansluitend: Opzichtig verenkleed van dinosaurus leidde tot de ontwikkeling van vleugels

Written by minervaria

5 juni 2019 at 11:00

Geplaatst in Biologie, Evolutietheorie, Natuurwetenschappen

Tagged with

De microben in ons

leave a comment »

YONG, E., De microben in ons. (Vert. I Contain Multitudes. The Microbes Within Us and a Grander View of Life, 2016) A’dam, AUP/Uitg. Manteau, 2017, 394 pp. – ISBN 978 90 2233 393 8

Handen wassen, microben opkrassen!

U hebt het ongetwijfeld ook al opgemerkt in de toiletten van een eet- of drinkgelegenheid. Maar bent u werkelijk microbenvrij na een rondje handen wassen? En zo niet, hoe erg is dit dan?

Recent onderzoek toont aan dat het toetsenbord van mijn computer tot 400 keer meer bacteriën bevat dan de toiletbril. En met de computermuis is het niet veel beter gesteld. Zou ik dan niet beter na ieder gebruik van de computer ook de handen wassen? En wat als ik mijn handen bij de mond breng als ik aan het nadenken ben?

Microben of bacteriën doen ons spontaan denken aan ziekte en dood. Niets is minder waar, zegt Ed Yong. De meeste microben maken niet ziek, maar zijn zelfs nuttig en vaak levensnoodzakelijk. Micro-organismen zijn essentiële bestanddelen van de wereld. Ze zijn alomtegenwoordig en onmisbaar. En dat toont hij met verve aan in dit meeslepende boek.

Elk levend wezen herbergt een krioelende massa microben of micro-organismen. Ieder van ons is een dierentuin op zich. Mensen bevatten ongeveer evenveel menselijke cellen als micro-organismen. Deze microscopische menagerie bevindt zich zowel aan de buitenkant als in ons lichaam en wordt ons microbioom genoemd.

Zonder micro-organismen zouden wij niet eens bestaan. Het complexe leven op aarde is slechts mogelijk dank zij miljoenen jaren oude interacties tussen micro-organismen onderling. Levende wezens hebben hun mogelijkheden te danken aan het samenleven met micro-organismen. Het lot van hele soorten en groepen hangt af van hun partnerschappen met microben. Sommige soorten bestaan zelfs slechts bij de gratie van bacteriën met wie ze in symbiose leven.

Er zijn talloze voorbeelden van de symbiose tussen bacteriën en dieren. Die wemelende verzameling van duizenden soorten die voortdurend met elkaar concurreren, met hun gastheer onderhandelen, zich ontwikkelen en veranderen, vormt een ingewikkeld en gevarieerd ecosysteem. Zo slikt de gemiddelde mens met iedere gram voedsel ongeveer een miljoen micro-organismen in, die op hun beurt in interactie gaan met de darmflora.

Van de miljoenen microben is slechts een minderheid potentieel schadelijk. En als bacteriën levensbedreigende infecties veroorzaken, dan komt dat vaak omdat het normale microbioom verstoord is geraakt. Een rijk, florerend microbioom is de basis voor een goed werkend immuunsysteem en daardoor een efficiënte barrière voor ziekmakende bacteriën. Men heeft bijvoorbeeld ontdekt dat sommige koraalriffen afsterven omdat hun microbioom uit balans is.

Een nieuwe kijk op ziekte en gezondheid dringt zich dus op. Ziekte is een verstoring van een ecosysteem en dus een ecologisch probleem. En met onze moderne voedingsgewoontes en het gebruik van antibiotica belagen we dat ecosysteem. Ook onze obsessie met hygiëne werkt averechts. Steriliteit is een vloek, want door onschadelijke organismen buiten spel te zetten geven we juist meer ruimte aan schadelijke micro-organismen.

Die inzichten stellen ons in staat om ziektes op een andere manier te bestrijden dan we gewend zijn. De kennis en technieken staan nog in de kinderschoenen. Maar ze bieden veelbelovende perspectieven en openen de weg naar de gepersonaliseerde geneeskunde van de toekomst. Zo maakt men er nu al gebruik van bij fecale transplantatie en voor het bestrijden van malaria.

In De microben in ons valt uiteraard nog heel wat meer te leren over het ongemeen boeiende universum van de micro-organismen op aarde. Met aanstekelijk enthousiasme leidt wetenschapsschrijver Ed Yong u door de fascinerende, onzichtbare wereld die ons bestaan regelt. Hij slaagt er bovendien met glans in om een hoog wetenschappelijk gehalte te combineren met een vlotte pen, zodat ook de niet-ingewijde het betoog vrij gemakkelijk kan volgen.

Het is bijna onbegrijpelijk dat dit boek uit 2017 hier nauwelijks bekendheid kreeg. Ik heb het toevallig in handen gekregen, maar het was meteen een voltreffer! En ik ben helemaal anders gaan kijken naar de wonderlijke wereld van microben.

© Minervaria

Written by minervaria

22 november 2018 at 18:05

Spiegelzee. De zeespiegelgeschiedenis van de mens

leave a comment »

KROONENBERG, S., Spiegelzee. De zeespiegelgeschiedenis van de mens. A’dam/A’pen, Uitg. Atlas Contact, 2017, 272 pp. – ISBN 978 90 450 3296 2

Had u ooit al over het Eemien gehoord? Ik in ieder geval niet. Het is de warme periode tussen de twee laatste grote ijstijden, zo’n 120.000 jaar geleden. Toen stond de zeespiegel wereldwijd ongeveer zes meter hoger dan nu. Maar 18.000 jaar geleden, in het koudste gedeelte van de laatste ijstijd, stond de zeespiegel juist heel laag. Op sommige plaatsen kwam de zee tot wel 120 meter lager dan nu het geval is.

Wat is de oorzaak van die wereldwijde zeespiegelveranderingen en hoe weten wij dat? Wat gebeurt er precies als de zeespiegel stijgt of daalt? Hoe kan het dat, terwijl wereldwijd de zeespiegel stijgt, het land op bepaalde plaatsen ook stijgt? Hoe snel is alles gegaan? Hoe reageerden de mensen al die jaren op die veranderingen? En wat kunnen we daaruit leren voor de toekomst?

Het antwoord op deze vragen is veel ingewikkelder dan vaak wordt voorgesteld. Het niveau van de zeespiegel hangt af van de opbouw of het smelten van de ijskappen. Dit is het gevolg van de natuurlijke klimaatcycli op aarde. Maar grondig geologisch onderzoek van aardlagen en afzettingen toont aan dat daarbij zeer uiteenlopende geologische processen in elkaar haken en elkaar beïnvloeden.

U gaat op reis door de woelige geschiedenis van de zeespiegel in de voorbije 120.000 jaar. En dat is verre van een luilekkervakantie, want u moet zich vertrouwd maken met een hele reeks geologische termen zoals het abrasieplat, het mariene terras en het tongbekken. U reist kriskras de hele wereld rond, van Nederland naar de koraalkusten van Aruba, over Groenland naar Jersey en vandaar weer naar Zuid-Afrika en Nieuw-Guinea aan de andere kant van de wereld.

De invloed van de uitlaat van broeikasgassen op de zeespiegelstijging is tot nu toe onzichtbaar, aldus Kroonenberg. De zeespiegel stijgt inderdaad wereldwijd, want we zijn nog steeds uit de vorige ijstijd omhoog aan het krabbelen. Maar de analyses tot nu toe laten geen versnelling van de zeespiegelstijging zien. Het is trouwens aannemelijk dat de aarde als gevolg van astronomische factoren op termijn weer op een ijstijd afstevent.

Er is volgens Samuel Kroonenberg vooralsnog geen reden tot paniekreacties. In de voorbije periode van afwisselende ijstijden en warmere interglacialen heeft Homo sapiens de aarde gekoloniseerd. Opgravingen geven een idee hoe mensen vroeger omsprongen met veranderingen in de zeespiegel en zich aanpasten aan de nieuwe omstandigheden. Er is geen reden om aan te nemen dat ze dit nu niet meer kunnen.

Als het echt nodig wordt is er nog het ‘woonbootprincipe’. Het laatste vind ik wel erg kort door de bocht. Het is juist dat Kroonenberg de opwarming van het klimaat niet minimaliseert. Maar al is een rampzalige situatie wellicht nog niet voor morgen, het voorstel om met zijn allen dan maar op woonboten te gaan wonen lijkt mij toch te simplistisch.

Niettemin is dit boek interessant omdat het licht werpt op het grotere plaatje. En alhoewel Kroonenberg zeer onderhoudend schrijft, moet u er echt wel de aandacht bij houden om te kunnen volgen. Gelukkig wordt het betoog overvloedig verlucht met illustraties, schetsen en grafieken.

© Minervaria

Over de stijging van de zeespiegel is het laatste woord nog niet gezegd:

Written by minervaria

18 september 2018 at 11:08

Geplaatst in Natuurwetenschappen

Tagged with

Regen

leave a comment »

barnettc15BARNETT, C., Regen. Een natuur- en cultuurgeschiedenis. (Vert. Rain – A Natural and Cultural History, 2015) Utrecht/A’pen, Kosmos Uitgevers, 2015, 383 pp. – ISBN 978 90 215 5931 5

Onlangs heeft de Chinese regering een project goedgekeurd om een kunstmatige regenzone te creëren boven een gebied dat twee keer de oppervlakte van Frankrijk omvat. Dit zou de droogte in de noordwestelijke provincies van het land moeten helpen aanpakken. In een aantal steden zou de technologie al gebruikt zijn om de zware vervuiling uit de lucht te spoelen.

In zijn eeuwige gevecht met het weer heeft de mens steeds geprobeerd om regenval te voorspellen en te beheersen. Regen is immers van cruciaal belang voor de mens. De menselijke geschiedenis is diepgaand verbonden met regenval en droogte. Zonder regen was er om te beginnen helemaal geen mens geweest. En de opkomst en ondergang van grote beschavingen wereldwijd houdt gelijke tred met aanhoudende droogte of regenval.

Regen speelt een sleutelrol in de meeste godsdienstige tradities. Hij wordt beschouwd als een zegen of vloek van de goden. Mensen onderhouden een grote verscheidenheid aan rituelen om regen af te smeken of om ze te doen ophouden. Er valt een verband aan te tonen tussen de extreme regenval in de late Middeleeuwen en de heksenvervolging.

Reeds in de negentiende eeuw probeerden regenmakers om droogte te bestrijden door het kunstmatig opwekken van regen. Hun interventies waren vaak oplichterij, maar ze waren wel de aanzet tot wetenschappelijk gefundeerde pogingen om regen op te wekken. Dit is geen sinecure, want regen en sneeuw horen bij de meest onvoorspelbare weersfenomenen. Zelfs de moderne wetenschappelijke meteorologie slaat geregeld de bal mis.

Elders levert de mens dan weer een gevecht tegen overvloedige regenval. Wetenschappers, ingenieurs en technici proberen daar de regen in te dammen en in banen te leiden. Dat verloopt niet altijd zonder problemen, want het kan de natuurlijke afloop van regen verhinderen. Ook de toenemende verstedelijking leidt soms tot catastrofale overstromingen op de ene plaats en watertekort op de andere. Hetzelfde geldt voor de klimaatverandering.

Maar regen is niet alleen de oorzaak van een veelvoud van rampen. Wist u dat u het aan de regen te danken hebt, als u onder een azuurblauwe hemel geniet van een stralende zon? Had u er enig idee van dat het, behalve de figuurlijke pijpenstelen, ook letterlijk kikkers en vissen kan regenen? En wist u dat regen ook een geur heeft die men chemisch kan analyseren? Aan de regen hebben wij de uitvinding te danken van waterdichte kledij, van de ruitenwisser en van de paraplu. En regen is een uitgelezen inspiratiebron voor kunstenaars van verschillende pluimage.

Dit boeiende boek over Regen bevat een schat van meer en minder bekende feiten over dit grillige en vaak vervelende weersverschijnsel. Het zou nog meer waarde gehad hebben als de uitwerking van de thema’s zich niet vooral beperkte tot de Noord-Amerikaanse situatie.

Het is geschreven in een bijwijlen poëtische taal en dus, ondanks de soms beroerde Nederlandse vertaling, heel aangenaam om te lezen.

© Minervaria

Written by minervaria

6 februari 2017 at 16:38

Geplaatst in Cultuur, Natuurwetenschappen

Tagged with

Hamburgers in het paradijs

leave a comment »

FRESCO, L. O., Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed. A’dam, Uitg. Prometheus/Bert Bakker, 2014 (7e dr.), 539 pp. – ISBN 978 90 351 4099 8

Overal ter wereld is het paradijs het referentiekader voor ons denken en handelen rondom voedsel. Voor een groot deel van de mensheid, voor wie schaarste de norm is, geldt het nog altijd als een onbereikbaar ideaal. In de rijke en opkomende economieën lijkt het intussen zover. Steeds meer mensen hebben de beschikking over relatief goedkoop, veilig en gevarieerd voedsel dat zonder noemenswaardige inspanning elke dag opnieuw beschikbaar is. In dit voedselparadijs is overvloed de regel geworden.

Toch is de relatie met ons voedsel er niet eenvoudiger onder geworden. Weinig onderwerpen roepen zoveel tegenstrijdige visies, onzekerheid en heftige emoties op als voeding. Voedsel is niet alleen een zaak van gezondheid geworden maar een levensstijl, onderhevig aan culinaire modes en obsessies. Eten heeft bovendien een morele lading gekregen. Biologisch en duurzaam produceren en consumeren getuigen van verantwoord burgerschap. Hoe zit dat eigenlijk met die aanspraken?

De realiteit is heel wat genuanceerder dan de doemdenkers ons willen doen geloven. Als we zinnig willen praten en oordelen over voedsel, moeten we weten hoe het op ons bord belandt, zegt landbouwwetenschapper Louise Fresco. Ons voedsel is het product van een lange geschiedenis waarin zowel techniek, economie als politiek een rol spelen. En voor wij het naar binnen werken heeft het een kluwen van wonderbaarlijke, historisch gegroeide ketens doorlopen.

U onderneemt een fascinerende ontdekkingsreis door de ingewikkelde wereld van landbouw en voedsel. U leert wat een ecosysteem is en hoe de voedselkringloop hierdoor mogelijk gemaakt wordt. U krijgt inzicht in de ontwikkeling van de landbouw met de moeizame domesticatie van planten en dieren, en hoe cruciaal deze was voor de geschiedenis van de mensheid (zie Sapiens).

Verder komen nagenoeg alle aspecten van de landbouw en voedselvoorziening aan de orde. U wordt ingewijd in de teelt en verwerking van de basisbestanddelen van ons dagelijks voedsel – granen, vlees, vis, fruit en groente. Belangrijke kwesties met betrekking tot landbouw en voedselvoorziening worden uitgediept. Zo worden begrippen als ‘biologisch’ en ‘duurzaam’ aan een kritisch onderzoek onderworpen, evenals biodiversiteit en de invloed van de verstedelijking op land- en tuinbouw.

Aan het eind van de keten ligt het voedsel op ons bord. Maar gek genoeg is voedsel ook in tijden van overvloed een bron van zorg. Alles wat in verband staat met koken en eten is alleen maar ingewikkelder en moeizamer geworden. We worden overspoeld met gezondheidsgoeroes en voedselhypes zoals de aanbidding van ‘natuurlijk’. En voedseltradities staan weer in hoog aanzien. Misschien wel de meest verontrustende ontwikkeling is de wereldwijde obesitasepidemie door de gemakkelijke beschikbaarheid van goedkoop en calorierijk voedsel.

Landbouw staat tegenwoordig in een kwaad daglicht en de natuur wordt geromantiseerd en geïdealiseerd. We worden dagelijks bestookt met verwijzingen naar teloorgang en rampspoed. De afname van de diversiteit zou hongersnood veroorzaken of grootschalige landbouw zou nefast zijn voor de biodiversiteit.

Volgens Louise Fresco is er echter genoeg aanleiding om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Modernisering en technologische ingrepen betekenen niet per definitie afbraak van de natuur en eenzijdigheid, integendeel. De Groene Revolutie heeft gezorgd voor een ruimere beschikbaarheid van meer en gezonder voedsel. Het is ronduit positief dat we na millennia van schaarste in een tijd van overvloed leven.

Maar behalve voordelen heeft iedere ontwikkeling ook ongewenste neveneffecten. Nu schaarste op steeds meer plaatsen overwonnen wordt, moeten we leren om de overvloed te beheersen. Er bestaat niet één goede manier om verantwoord met voedsel om te gaan en er zijn geen kant-en-klare oplossingen en richtlijnen. Dit gaat over het nemen van sociale verantwoordelijkheid.

In Hamburgers in het paradijs loodst Fresco u met een onbevooroordeelde en kritische blik doorheen het complexe wereldwijde netwerk van landbouw en voedselvoorziening. Behalve haar gedegen kennis is haar nuchtere en genuanceerde kijk op landbouw en voedsel het grote pluspunt van dit rijk gestoffeerde boek. Vakkundig doorprikt ze allerlei hardnekkige mythen en romantische ideeën over voedsel en kleinschalige landbouw en natuur.

Aan het einde van dit boek bent u helemaal bij met alles wat met landbouw en voedsel te maken heeft. Laat u niet afschrikken door de dikte van het boek, want alle hoofdstukken kunnen zelfstandig gelezen worden. De tekst is bovendien vlot te lezen, want ze is zeer begrijpelijk geschreven en er worden geen vaktermen gebruikt.

© Minervaria

Lees ook: Landbouw- en voedselexperte Louise O. Fresco: “Nostalgie naar een onbestaand verleden”

Written by minervaria

29 oktober 2016 at 19:22

Geplaatst in Maatschappij, Natuurwetenschappen

Tagged with ,

Van dier naar mens

leave a comment »

QuammenD13QUAMMEN, D., Van dier naar mens. Over de opkomst van levensbedreigende infectieziekten. (Vert. Spillover. Animal Infections and the Next Pandemic, 2012) A’dam/A’pen, Uitg. Atlas Contact, 2013, 557 pp. – ISBN 978 90 450 0760 1

In februari 2014 brak in Guinée een ebola-epidemie uit. De uiterst besmettelijke ziekte kreeg in een mum van tijd drie landen in West-Afrika in zijn greep. In Zuid-Korea werden recent 230 scholen gesloten als voorzorgsmaatregel tegen het MERS-virus, worden zo’n 6.500 mensen in quarantaine gehouden en zijn er intussen al twintig doden geteld. En enkele jaren geleden veroorzaakten SARS, vogelgriep en varkensgriep wereldwijde paniek.

Deze ziekten worden veroorzaakt door een virus dat van dieren naar mensen overspringt. Ze worden zoönosen genoemd. Ook lassakoorts, westnijlkoorts, builenpest en malaria zijn zoönosen. Sommige slaan slechts sporadisch toe en doven zonder veel schade uit, maar andere verbreiden zich in sneltempo van de ene persoon naar de andere. En in de afgelopen 50 jaar dienden er zich steeds meer van dit soort infectieziekten aan.

Waar komen deze virussen vandaan? Hoe springen ze over van dieren op mensen? Hoe verspreiden ze zich en maken ze mensen ziek? En hoe slaagt men erin ze onder controle te krijgen? En hoe komt het dat dergelijke infectieziekten steeds vaker voorkomen?

Alles wijst erop dat de recente uitbraken van zoönosen veroorzaakt worden door de catastrofale verstoring van ecosystemen door de mens. Dieren moeten territorium afstaan en komen daardoor veel vaker in contact met mensen. Sommige diersoorten worden niet meer in toom gehouden door roofdieren. Menselijke technologie en activiteiten verspreiden de ziekmakende virussen bovendien steeds sneller en op steeds grotere schaal. Zo biedt de desintegratie van natuurlijke ecosystemen kansen voor de oversprong van een virus van dieren op mensen.

Hiermee wordt duidelijk hoe belangrijk ecologische diversiteit is voor de volksgezondheid. Als er een nieuwe pandemie komt dan zal dat waarschijnlijk een zoönose zijn. Maar wegens de vele onzekerheden is het onvoorspelbaar wanneer deze zich zal voordoen en hoe ernstig ze wordt. Het enige wat we kunnen doen is minstens waakzaam zijn, goed voorbereid en snel ingrijpen.

David Quammen trok naar de streken waar in de voorbije halve eeuw belangrijke zoönosen uitbraken en neemt u mee op een fascinerende speurtocht naar de bron van het virus. Hij verheldert hoe aan virusonderzoek wordt gedaan in het algemeen en meer in het bijzonder in het geval van zoönosen. Hij gaat op pad met de veldbiologen om dieren te observeren en te vangen. Hij observeert het monnikenwerk in de laboratoria waar men de boosdoener probeert op te sporen. En hij legt uit hoe men behulp van wiskundige modellen zicht krijgt op het ontstaan en de verspreiding van de ziekte.

Met dit prachtige en stevig gedocumenteerde boek heeft David Quammen weer een hoogstandje geleverd. Van dier naar mens houdt het midden tussen een populair wetenschappelijk werk, een reisverslag en een spannende detectiveroman. Het onderzoek naar de herkomst van een virus is immers als het zoeken naar een speld in een hooiberg.

Waarschijnlijk uit zorg om geen enkele onderzoeker onrecht te doen, vermeldt de auteur echter een overvloed aan details waaraan de doorsnee lezer geen boodschap heeft. Dit is vaak hinderlijk voor de vlotte leesbaarheid, maar gelukkig kunnen deze passages ook overgeslagen worden. Evenals Monster van God en Het lied van de dodo doet deze kanjer je niettemin al uitkijken naar zijn volgende werk.

© Minervaria

Written by minervaria

10 juni 2015 at 12:33

Komt alles goed?

leave a comment »

StevensonM12STEVENSON, M., Komt alles goed? Hoe wetenschap de wereld redt. (Vert. An Optimist’s Tour of the Future, 2011) Manteau, 2012, 486 pp. – ISBN 978 90 223 2772 2

Komt inderdaad alles goed? Zal er uiteindelijk een middel gevonden worden dat kanker overwint? Zullen we de bevolkingsgroei en de klimaatverandering de baas kunnen? Zullen er manieren gevonden worden om de hele wereldbevolking van voldoende voedsel te voorzien? Zal genetische manipulatie handicaps kunnen genezen en voorkomen? Misschien komt niet echt àlles goed, maar Mark Stevenson heeft er alle vertrouwen in dat de wetenschap uitkomst zal bieden voor heel wat problemen van de mensheid. En hij richtte alvast de League of Pragmatic Optimists op, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en ideeën uitwisselen.

Een rondreis over de hele wereld bracht hem bij een keur van wetenschappers die pionieren in de meest geavanceerde technologieën. In de komende decennia zullen die ons dagelijks leven ingrijpend beïnvloeden. De neerslag van deze wetenschappelijke zoektocht vindt u in dit boeiende boek. Op uitermate bevattelijke wijze maakt hij u wegwijs in de baanbrekende wetenschappelijke ontwikkelingen die onze toekomst radicaal zullen veranderen.

We maken kennis met een reeks spectaculaire ontwikkelingen in de biotechnologie, de robotica en de informatie- en nanotechnologie, die de komende decennia het leven van de mensheid zullen bepalen. De ontdekkingen en toepassingen in deze domeinen zullen ons in staat stellen om langer gezond te blijven en ziektes efficiënter te genezen en te voorkomen. Ze zullen het mogelijk maken om de vervuilende fossiele brandstoffen op termijn helemaal te verbannen en te vervangen door milieuvriendelijke biobrandstoffen.

Machines en robots zullen vervelend en tijdrovend werk overnemen van de mens en hem toestaan zich bezig te houden met de dingen die er werkelijk toe doen. En het veelzijdige potentieel van de wetenschap van het allerkleinste, de revolutionaire nanotechnologie, zal overal ter wereld de kosten beperken en de prestaties op de meest uiteenlopende gebieden verbeteren. En een aantal verrassend veelbelovende technologieën kunnen de dreigende catastrofale opwarming van de planeet nu al afweren.

En dat is nog maar een klein deel van alle innovaties die op stapel staan. Iedere dag worden er nieuwe ontdekkingen gedaan die voortbouwen op de vorige. De wetenschap gaat immers steeds sneller vooruit. Grafeen werd bijvoorbeeld nog geen 10 jaar geleden ontdekt en het kent nu reeds de meest uiteenlopende nuttige toepassingen. En er zijn al relatief goedkope 3D-printers op de markt voor thuisgebruik.

Veel mensen staan huiverig tegenover deze technologische omwentelingen. Zijn deze nieuwe technologieën wel veilig? Zal de mens uiteindelijk niet verdrongen worden door de machines die hij zelf gebouwd heeft? Welke invloed zullen al deze ontwikkelingen hebben op het sociale weefsel en de inrichting van de samenleving? En wat met de ethische consequenties ervan?

Veranderingen zullen er echter sowieso plaatsvinden en in een steeds sneller tempo. Wij kunnen proberen om die tegen te houden of te negeren. We kunnen echter ook onze verantwoordelijkheid opnemen en de exponentiële groei van wetenschap en technologie aanwenden om het leven op deze wereld te verbeteren. Er zijn moedige beleidsmensen nodig met een heldere en vooruitziende kijk op de veranderende realiteit, zoals de (toenmalige) president van de Malediven die een koolstofneutrale economie wilde uitbouwen.

Hebt u geen wetenschapsknobbel of geen tijd om de stand van zaken bij te houden? Heeft u ongeveer een idee van wat er in laboratoria wordt geprobeerd, maar wilt u er meer over weten? Dan hebt u met dit boek een prima keuze gemaakt. U krijgt niet alleen een goed beeld van wat er zit aan te komen, u doet ook een schat aan interessante wetenswaardigheden op zoals het verband tussen verstedelijking, de groei van de wereldbevolking en het behoud en herstel van ecosystemen.

Maar u mag niet te lang wachten, want door de ultrasnelle vaart van de wetenschap zou het weleens kunnen dat de inhoud over een paar jaar al achterhaald is. U hoeft zich echter niet te laten afschrikken door het moeilijke onderwerp. Het fascinerende verhaal van de moderne wetenschap wordt u gepresenteerd door een zeer enthousiaste auteur, die dank zij zijn ervaring als stand-up comedian een licht verteerbaar en meeslepend betoog schreef, doorspekt met een behoorlijke portie humor. Doemdenkers zijn gewaarschuwd!

© Minervaria

Written by minervaria

26 juli 2013 at 13:48

De natuurwetten

leave a comment »

PICKOVER, C.A., De natuurwetten. Van Archimedes tot Hawking. (Vert. Archimedes to Hawking: laws of science and the great minds behind them, 2008) Uitg. Veen Magazines BV, 2010, 511 pp. – ISBN 978 90 857 1294 7

Het meest onbegrijpelijke aan de wereld is dat ze begrijpelijk is.
Albert Einstein

De brekingswet van Snellius, de wet van Coulomb, de gaswet van Boyle, de wetten van Faraday, het onzekerheidsbeginsel van Heisenberg, de uitstroomwet van Torricelli, de boltzmannverdeling, … Hoort u een belletje rinkelen, maar kan u niet zeggen waarover het gaat? Of hebt u er nog nooit over gehoord?

De ontdekking van deze en veel andere natuurwetten heeft ons dagelijkse leven en ons begrip van het universum diepgaand beïnvloed. Deze wetten zijn mijlpalen in de vooruitgang van de natuurwetenschap. Ze verschaffen een raamwerk waarmee we de wereld steeds beter begrijpen en ze stellen wetenschappers in staat om voorspellingen te doen over het universum. Hun ontdekking kunnen beschouwd worden als de grootste intellectuele prestaties van de mensheid.

In dit lijvige boek stelt de wetenschapsjournalist Clifford Pickover een groot aantal natuurwetten voor die in de loop van de eeuwen zijn ontdekt. Ze zijn het resultaat van belangrijke waarnemingen, creatieve proefopzetten en diep inzicht, maar ook van hard werken en volgehouden inspanningen van gedreven wetenschappers. Tegenwoordig wordt fundamentele wetenschap met grote teams uitgevoerd, maar in het verleden was dit niet het geval. De meeste wetten zijn het werk van een enkeling die lang en in afzondering heeft gewerkt of die een eureka-moment had. Deze wetten dragen vaak de naam van hun ontdekkers.

Om wetenschappelijke vooruitgang te begrijpen moeten we kijken naar de levensloop van de mensen die de ontdekkingen deden, meent Clifford Pickover. Ieder hoofdstuk bevat daarom twee delen. Eerst wordt de natuurwet toegelicht met de definitie en de wiskundige formule, die de natuurwet in een enkele vergelijking uitdrukt. Daarna komt een korte levensbeschrijving van de ontdekker of bedenker.

Zo maken we kennis met vaak fascinerende en soms excentrieke personages. Ze waren begenadigd met een schier onbegrensde nieuwsgierigheid en energie. Velen waren zeer begaafd en veelzijdig en van alle markten thuis. Sommige wetenschappers ondervonden veel weerstand tegen hun ideeën, tegenwerking en ongeloof van collega’s en verwanten. Anderen hadden te stellen met ernstige lichamelijke kwalen. Het is ronduit bewonderenswaardig hoe zij ondanks zware tegenslagen hun werk met koppige vastberadenheid volhielden.

Clifford Pickover is niet de eerste de beste. Hij is wetenschapsjournalist en schreef meer dan 40 boeken over zeer uiteenlopende onderwerpen als wetenschap, kunst en wiskunde. Vooral wiskundige puzzels en computergrafiek genieten zijn bijzondere belangstelling. Voor het onderzoek naar de wetten in dit boek heeft hij een enorm aantal handboeken en websites bestudeerd.

Dit boek schreef hij om een breed publiek te voorzien van een bondige gids over belangrijke wetenschappelijke ideeën en denkers. Van iedere wet wordt de essentie weergegeven. Toch is het begrijpen van deze wetten niet zo eenvoudig als de auteur het voorstelt. Gelukkig zijn de hoofdstukken inderdaad kort genoeg om in enkele minuten gelezen te worden en kan men de inhoud van dit boek met mondjesmaat opnemen. Mij spraken de levensbeschrijvingen van de ontdekkers het meeste aan.

Zo biedt dit boek voor elk wat wils. Het is te raadplegen als naslagwerk over natuurwetten en men kan het lezen uit interesse voor hun ontdekkers. Het is een ode aan de fascinerende complexiteit en orde van de natuur en aan de grootheid van de geïnspireerde wetenschappers die haar proberen te doorgronden. En de lezer krijgt een duidelijk beeld van de vooruitgang van de natuurwetenschappen in de loop van verschillende eeuwen.

© Minervaria

Written by minervaria

31 augustus 2012 at 19:14

Geplaatst in Natuurwetenschappen

Canon van de natuurkunde

leave a comment »

De LANG, H., V. ICKE e.a, Canon van de natuurkunde. De grootste ontdekkingen en theorieën van 100 belangrijke natuurkundigen. Diemen, Veen Magazines, 2009, 348 pp. – ISBN 978 90 857 1235 0

Gedachteloos knippen we het licht aan, draaien we de thermostaat van de verwarming hoger of lager, zetten we het koffiezetapparaat aan, luisteren we naar de radio of kijken we televisie. Treinen, auto’s, computers, draadloos internet, telefoon en gsm, ze zijn niet meer uit ons leven weg te denken. En voor we gaan wandelen of fietsen raadplegen we de buienradar.

We staan er zelden bij stil dat nagenoeg de hele inrichting van ons moderne leven berust op een ononderbroken technologische evolutie. Nog minder vaak denken we eraan dat die ontwikkeling alleen maar mogelijk was door het werk en de ontdekkingen van een lange reeks gedreven en inventieve wetenschappers. Daaronder nemen de natuurkundigen een belangrijke plaats in.

In dit boek worden honderd van de belangrijkste natuurkundigen voorgesteld met hun onderzoek en publicaties. Hiermee willen de redacteurs van de Canon van de natuurkunde een overzicht bieden van meer dan twee millennia ontwikkeling van de natuurkunde.
In chronologische volgorde passeren een reeks meer en minder bekende, briljante en soms excentrieke geesten de revue, te beginnen met de antieke natuurfilosofen tot de hedendaagse ontdekkers van de astrodeeltjes en het relativistische kwantum-Hall-effect. Deze wetenschappers waren hun tijd vaak ver vooruit. Hun baanbrekende theorieën kregen soms geen gehoor omdat er geen publiek was dat onbevooroordeeld naar hen wilde luisteren.

Het doel van de Canon is niet zozeer om de lezer de finesses van deze theorieën bij te brengen, maar in de eerste plaats een cultuurgeschiedenis van de natuurkunde te bieden. We lezen hoe de Griekse natuurfilosofen als eersten de wereld beschreven en verklaarden, zonder terug te vallen op bovennatuurlijke verschijnselen of godheden. We maken kennis met de eerste natuurwetenschappers uit de zeventiende eeuw die hun theorieën door middel van experimenten testten. De schat aan nieuwe gegevens die deze werkwijze in de achttiende en negentiende eeuw opleverde was de aanzet tot de ontwikkeling van een deterministisch wereldbeeld. En in onze tijd is dat eenvoudige verklaringsmodel door nieuwe onderzoeksmethoden en preciezere meetapparatuur alweer helemaal achterhaald.

De Canon van de natuurkunde is geschreven door een keur van onderlegde  natuurkundigen, met een brede interesse en passie voor het schrijven over de natuur en de mensen die de natuur onderzoeken. Alle auteurs willen hun kennis en enthousiasme delen met anderen en respect en bewondering afdwingen voor de schoonheid van de natuurkunde en de slimheid van haar beoefenaars. In het laatste zijn ze alvast dubbel en dik geslaagd. De uitzonderlijke inzichten en prestaties van deze wetenschappers inspireren tot diep ontzag.

Hoe interessant en leerrijk de Canon ook is, volgens mij schieten de auteurs hun doel voorbij. Veel bijdragen veronderstellen een voorkennis, die alleen lezers met een gedegen opleiding in de natuurkunde bezitten. Wie vooral geïnteresseerd is in de ontwikkeling van de natuurkunde kan zich beperken tot de teksten die de verschillende tijdsperiodes inleiden. Die zijn toegankelijker geschreven.

De tekst is gedrukt op hoogwaardig glanspapier en overvloedig geïllustreerd met prachtige foto’s en sprekende tekeningen. Een handige index van de gebruikte vaktermen sluit het geheel af. De stevige kaft laat toe het boek helemaal open te leggen tijdens het lezen. De aantrekkelijke vormgeving is echter een schrale troost voor de natuurkundige leek die dit prijzige boek heeft aangekocht.

© Minervaria

Written by minervaria

12 augustus 2011 at 20:05

Geplaatst in Natuurwetenschappen

Tagged with