Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Archive for the ‘Uncategorized’ Category

De tirannie van verdienste

leave a comment »

Image

SANDEL, M., De tirannie van verdienste. Over de toekomst van de democratie (Vert. The Tyranny of Merit, 2020) Utrecht, Uitg. Ten Have, 2020, 365 pp. – ISBN 978 90 259 0750 1

Een CEO van de bel20 verdient 6.533 euro per dag. Voor datzelfde bedrag moeten de meeste mensen meer dan drie maanden werken. Hoezo kun je rijk worden “als je maar hard genoeg werkt”? Michael Sandel, hoogleraar politieke wetenschappen aan Harvard University, heeft er een duidelijke visie over.

In de voorbije veertig jaar is het ongenuanceerde marktdenken nagenoeg overal ter wereld de overheersende ideologie geworden. Alles werd een zaak van vraag en aanbod met rampzalige gevolgen voor de gewone mens. De ongelijkheid is schrikbarend toegenomen. Tot overmaat van ramp hebben de centrumlinkse partijen kritiekloos het discours van de markt omarmd.

Het allesoverheersende geloof in de markt trok de sociale verhoudingen scheef en bevorderde een meritocratische mentaliteit. Als je maar hard genoeg werkt, kun je alles bereiken, luidt het devies. Wie het ‘maakt’ in het leven heeft dit dus verdiend. Succes en mislukking werden de graadmeter voor verdienste, arbeid heeft aan waardigheid ingeboet. Mensen uit de arbeidersklasse hebben aan economische en culturele status ingeleverd en veel mensen hebben het gevoel dat de elites op hen neerkijken.

Op zich is er natuurlijk niets mis met de vrije markt, noch met verdienste. Als je hard werkt voor iets, dan heb je het ook verdiend om ervoor beloond te worden. Het wordt echter een probleem als we gaan denken dat we onze successen op eigen kracht behaald hebben. Er zijn zoveel factoren die het al dan niet mogelijk maken om succes te boeken. Is het werkelijk je eigen verdienste dat je toevallig over de talenten beschikt waaraan een marktsamenleving waarde hecht?

In een dergelijke context is loon naar verdienste een vorm van tirannie, van onrechtvaardigheid. De tirannie van verdienste feliciteert de winnaars en kleineert de verliezers. De rol van het lot, tegenslag en toeval wordt volledig genegeerd. Aan verdienste wordt een moreel kaartje gehangen. Wie goed presteert heeft dit aan zichzelf te danken, wie mislukt heeft het eveneens aan zichzelf te danken.

Het gevolg is dat wie bovenaan de maatschappelijke ladder belandt, inderdaad gaat geloven dat dit succes verdiend is. En diegenen die geen succes kennen, raken ervan overtuigd dat ze hun falen helemaal aan zichzelf te danken hebben. Het meritocratisch geloof stapelt de ene belediging op de andere. Zo worden diploma’s en certificaten systematisch overgewaardeerd, waardoor de handarbeiders en het kantoorpersoneel steeds minder aanzien genieten.

De overheid, die het zou moeten opnemen voor de gewone burger en solidariteit en samenhang zou moeten bevorderen, heeft grandioos gefaald. De gestage uitholling van de maatschappelijke status van mensen die niet gestudeerd hebben of het niet ‘gemaakt’, heeft fundamenteel wantrouwen bij de burger veroorzaakt. De populistische onvrede wortelt in moreel ressentiment tegen diegenen die ‘onverdiend’ profiteren van de mondialisering.

Hoe geraken we daaruit? Hoe kan de tirannie van verdienste overwonnen worden zonder die verdienste op zich af te schuiven? We moeten op een andere manier gaan denken over succes, zegt Sandel. Hij werkt dit uit voor twee concrete thema’s, onderwijs en waardig werk.

Er moet weer waardering komen voor andere vormen van onderwijs dan universiteit. De overwaardering van diploma’s ondergraaft de maatschappelijke erkenning van en achting voor mensen die daar niet over beschikken. Mensen mét diploma zijn dan weer geneigd om neer te kijken op zij die er geen hebben. En de laatsten worden nauwelijks vertegenwoordigd in de beleidsorganen van de politiek.

Een hervorming van de belastingen zou kunnen bijdragen tot een herwaardering van werk. Door belasting op werk wordt de waarde van werk immers aangetast en werknemers krijgen een steeds kleiner deel van de koek die ze helpen produceren. Belastingen zouden zich moeten verhouden tot de bijdrage aan het algemeen welzijn. Financiële transacties zouden dus zwaarder belast moeten worden, arbeid minder zwaar.

Ongenadig fileert Michael Sandel de meritocratische samenleving van de voorbije veertig jaar. Zijn discours is vooral toegesneden op de Angelsaksische landen, waar het marktdenken het zwaarst heeft toegeslagen. In Europa is dit, hoewel minder desastreus, echter in vele opzichten ook van toepassing. Het succes van de populistische partijen zegt voldoende.

Sandel is niet de enige die de uitwassen van de doorgedreven neoliberalisering aan de kaak stelt en een gelijkaardige analyse maakt. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de politiek dit nog steeds niet lijkt door te hebben. Misschien is het toch niet zo verbazend, aangezien mensen zonder universitair diploma nauwelijks vertegenwoordigd worden in de beleidsorganen van de politiek.

Dit boek legt ongenadig de vinger op de neoliberale wonde. Veel inzichten waren niet echt nieuw voor mij, maar Sandel legt interessante verbanden en maakt er een samenhangend en degelijk onderbouwd geheel van.

©  Minervaria

Written by minervaria

8 maart 2021 at 16:25

Superdiversiteit

leave a comment »

GELDOF, D., Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert. Leuven, Uitg. ACCO, 2015 (5e dr.) 230 pp.

Op een goede halve eeuw tijd evolueerden de landen van West-Europa van een relatief homogene naar een erg diverse samenleving. De etnisch-culturele diversiteit zal in de Europese samenlevingen de volgende jaren enkel toenemen, hoezeer bijna alle regeringen deze proberen af te remmen. Dit roept onzekerheid op en polarisatie. Mensen sluiten zich op in wij-zij tegenstellingen. Is de multiculturele samenleving inderdaad mislukt?

Hoe het antwoord op deze vraag ook luidt, de multiculturele samenleving is een feit. Op zich is dat een goede noch een slechte ontwikkeling. Ze brengt echter een aantal lastige problemen mee. In Superdiversiteit verkent Dirk Geldof hoe mensen met heel uiteenlopende etnisch-culturele achtergronden toch vreedzaam kunnen samenleven.

De gastarbeiders die tijdens de wederopbouw naar Europa werden gehaald om in de mijnen en zware industrie te werken kwamen uit een beperkt aantal landen. De nieuwe migranten komen echter uit de hele wereld en ze vestigen zich bij voorkeur in de grote steden. Daar bestaat de bevolking intussen uit een brede waaier van minderheden. Superdiversiteit of diversiteit binnen de diversiteit wordt het kenmerk van de grote steden.

Deze bewoners onderhouden intensieve contacten met familie en vrienden in hun land van oorsprong of in andere landen over de hele wereld. Ze sympathiseren met de gebeurtenissen in hun land van herkomst. Hun loyaliteiten zijn gespreid. Men beschouwt dit vaak als een gebrek aan integratie. Het is echter de vraag of integratie nog een haalbaar concept is in een samenleving waarin diversiteit normaal is.

Het klassieke wij-zijdenken gaat niet meer op. Iedereen zal zich aan iedereen moeten aanpassen, in de eerste plaats in de steden. In een superdiverse samenleving wordt actief pluralisme immers de grondhouding. Dit vraagt een enorme psychologische omschakeling van alle bewoners. Maar er is geen alternatief. In onze samenleving is diversiteit normaal geworden.

Werkbaarder is dus om in te zetten op sociale verbondenheid. Leven in diversiteit wordt de regel in samenlevingen van de eenentwintigste eeuw. De bal ligt in het kamp van de steden want diversiteit is nu al één van de hoofdkenmerken van stedelijkheid. Steden zullen in de toekomst een belangrijke rol spelen als emancipatiemachine.

De samenleving bestaat uit de mensen die er wonen, ongeacht hun origine. En haar kwaliteit hangt af van wat wij ervan maken. De manier waarop we met de superdiversiteit omgaan, zal de toekomst van onze steden en samenleving mee bepalen. Het is onze verantwoordelijkheid om er een succes van te maken.

Het is jammer dat de auteur daarvoor geen krijtlijnen uitzet. Ik miste suggesties om de sociale verbondenheid tussen stedelijke bewoners te bewerkstelligen. Er wordt ook weinig aandacht besteed aan de dagelijkse samenlevingsproblemen die de groeiende diversiteit in de steden meebrengt. En de huidige radicalisering en verscherping van de cultuurverschillen en onverenigbaarheden komen niet aan de orde.

Positief is dan weer het realistische uitgangspunt van dit werk. Er wordt geen energie verspild aan ideologische disputen over de wenselijkheid van een multiculturele samenleving. Verhelderend vond ik ook de analyse van de evolutie van de verscheidenheid in de stedelijke bevolking en de consequenties ervan. Er worden ook interessante en goed onderbouwde verbanden gelegd, onder andere tussen etniciteit en ongelijkheid.

© Minervaria

Written by minervaria

12 oktober 2016 at 16:40

Geplaatst in Uncategorized

Handelaren des doods

leave a comment »

FeinsteinA11FEINSTEIN, A., Handelaren des doods. De internationale wapenhandel. (Vert. The Shadow World, 2011) A’dam, De Bezige Bij, 2011, 752 pp. – ISBN 978 90 234 6463 1

De recente aanslagen in Parijs en Beiroet hebben nog maar eens duidelijk gemaakt dat een wereld zonder conflict en oorlog een utopie is. Wapens en wapenindustrie zullen dan ook onontbeerlijk blijven. In de afgelopen decennia is de wapenhandel echter buitenmatig gegroeid en gaan functioneren als motor van allerlei oorlogen die overal ter wereld onnoemelijk veel ellende en menselijk lijden veroorzaken. Veel van die oorlogen zouden waarschijnlijk toch plaats gevonden hebben, maar de explosie van de wapenhandel heeft ze veel ernstiger, langduriger en destructiever gemaakt. En waar halen terroristische organisaties hun wapens vandaan?

Andrew Feinstein, journalist en oud-parlementslid voor het Zuid-Afrikaanse ANC, heeft zich vastgebeten in het onderzoek naar de internationale wapenhandel. Gedurende meer dan 10 jaar voerde hij talloze gesprekken met wapenhandelaren, tussenpersonen en klokkenluiders. Hij verzamelde honderdduizenden pagina’s aan documenten, archieven en ander bronnenmateriaal over de wereldwijde wapenhandel.

De neerslag daarvan leest u in Handelaren des doods. Het is een ronduit hallucinant verhaal over de gang van zaken in de machtige, besloten wereld van de internationale wapenhandel. Feinstein belicht de beruchtste conflicten van de laatste decennia en toont ondubbelzinnig aan hoe de wapenindustrie de oorlogen van de laatste halve eeuw heeft veroorzaakt en in stand gehouden.

De hoeveelheid gekochte wapens over de hele wereld is absurd en beangstigend. Er gaan miljarden om in de wapenhandel, gefinancierd door banken die naar buiten uit prestigieus en respectabel ogen. Wapenbedrijven halen voor duizelingwekkende bedragen aan overheidscontracten binnen en slagen erin zich vrijwel geheel aan het toezicht en de controle van overheden te onttrekken.

De belangrijkste huidige netwerken zijn na de tweede wereldoorlog ontstaan in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In de voorbije decennia zijn ze steeds geraffineerder, complexer en giftiger geworden en hebben ze zich uitgebreid over de hele wereld. Sommige landen, onder andere Saoedi-Arabië, spannen echter de kroon. Zowel in democratische als niet-democratische landen is er een stuitende belangenvermenging van de wapenhandel en de overheid. Hoge functionarissen en tussenpersonen slaan straffeloos miljarden achterover als smeergeld voor wapenaankopen, en dit met medeweten van regeringen.

Vervolging van wapenhandelaren wordt ernstig bemoeilijkt door allerhande obstakels. Bedrijven en individuele wapenhandelaren in deze industrie hoeven zich zelden te verantwoorden voor de rechter. Als ze zaken doen met wapenhandelaren knijpen regeringen graag een oogje dicht voor corruptie en wetsovertredingen. En ook de georganiseerde misdaad pikt er graag meer dan één graantje van mee.

In verschillende landen, vooral in Afrika, heeft de wapenhandel maatschappelijke en etnische conflicten gemilitariseerd en massale sterfte, armoede, vluchtelingenstromen en mensenrechtenschendingen veroorzaakt. De vele doden en gewonden in allerlei oorlogen zijn natuurlijk de belangrijkste slachtoffers van de wapenhandel. Maar de belastingbetalers financieren deze mee en moeten intussen inboeten op maatschappelijke ontwikkeling en zorg.

Handelaren des doods is een intrigerend verslag over een onderwerp dat ons allen aanbelangt, maar waarover zelden iets te lezen valt in de pers. Als u benieuwd bent naar wat er gebeurt achter de gestroomlijnde beelden van handen schuddende diplomaten, dan moet u dit boek zeker lezen. Het is zeer inzichtelijk geschreven en buitengewoon goed gedocumenteerd. Alle bronnenmateriaal is achteraan te vinden en op de website van het boek: http://www.theshadowworldbook.com/.

© Minervaria

Written by minervaria

24 november 2015 at 13:03

Geplaatst in Maatschappij, Politiek, Uncategorized

Tagged with

Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij)

leave a comment »

TAVRIS, C. & E. ARONSON, Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij). Waarom we dwaze overtuigingen, slechte beslissingen en kwetsend gedrag rechtvaardigen. (Vert. Mistakes were mad (but not by me) – Why we justify foolish beliefs, bad decisions and hurtful acts, 2007) A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2011, 280 pp. – ISBN 978 90 5712 339 9

De mens is ingewikkeld. Hij is tot alles bekwaam en bovendien in staat zichzelf telkens gelijk te geven.
Yehudi Menuhin

Toen bleek dat Irak geen massavernietigingswapens bezat, geen banden had met Al Quaeda, het Amerikaanse leger niet op gejuich werd ontvangen en de oorlog na zes weken niet was afgelopen, verklaarde president Bush: “Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de beslissingen die ik heb genomen de juiste zijn.”

Met de regelmaat van een klok vernemen we hoe politici en andere belangrijke publieke figuren hun fouten en verkeerde beslissingen goedpraten of onder de mat proberen te vegen. Wij kijken geamuseerd toe of reageren geschrokken of ontzet. In wezen is wat zij doen psychologisch niet anders dan wat de meesten van ons weleens hebben gedaan.

We vergoelijken of bagatelliseren ons eigen aandeel in een misser. We voeren heftige echtelijke ruzies over wie gelijk heeft. We beschuldigen anderen van hypocriete beslissingen maar zien de onze niet. Zelfs als we beseffen dat we fout waren, zijn we vaak niet in staat het toe te geven. Maar meestal zijn we er ons helemaal niet van bewust dat we op die manier ons gedrag of standpunt proberen te rechtvaardigen.

Waarom is het voor de meeste mensen zo moeilijk om een fout toe te geven of te bekennen dat ze zich vergist hebben? Waarom blijven ze soms tegen alle evidente bewijzen in hardnekkig vasthouden aan hun opvattingen en handelwijze? En hoe kunnen we dit herkennen en voorkomen?

Geregeld houden we er verschillende opvattingen op na die elkaar uitsluiten. Het gebeurt ook dat ons handelen strijdig is met een belangrijke opvatting over onszelf of over de groep waartoe we behoren. Dat bezorgt ons een onprettig gevoel, dat in de psychologie cognitieve dissonantie wordt genoemd.

Als we onze mening of gedrag zouden veranderen, dan zou dat vervelende gevoel eenvoudig verdwijnen. Maar dan moeten we toegeven dat wij ons vergist hebben of iets stoms hebben gedaan. En dat vinden we nog minder prettig. Zelfrechtvaardiging stelt ons in staat om die spanning op te heffen en onze innerlijke rust te hervinden.

Op zich is daar niets mis mee. Het is goed voor onze nachtrust. Zonder zelfrechtvaardiging zouden we gebukt gaan onder schaamte of spijt. Maar er kleven ook ernstige nadelen aan. We maken van onze verkeerde beslissingen niet alleen een bagatel, we worden er blind voor. Daardoor blijven we dezelfde fouten maken. Als we begrijpen hoe zelfrechtvaardiging werkt, zullen we er beter van kunnen leren.

De auteurs, beiden doortimmerde sociaal-psychologen, nemen ons mee op een boeiende tocht langs de verschillende wijzen waarop zelfrechtvaardiging ons bij de neus neemt, en onszelf en anderen schade berokkent. Met talloze voorbeelden maken ze duidelijk hoe hardnekkige vooroordelen en misplaatste trots gegrond zijn in zelfrechtvaardiging. Ze tonen aan hoe topmanagers erdoor aangezet worden tot hebzucht, en dictators aangespoord hun bevolking steeds meedogenlozer te onderdrukken.

Zelfrechtvaardiging is de droevige achtergrond van hardnekkige gerechtelijke dwalingen en nefaste beleidsbeslissingen. Omwille van zelfrechtvaardiging doden fanatieke gelovigen in naam van God, en worden kinderen door geestelijken misbruikt. Wetenschappers negeren nieuwe gegevens en blijven vasthouden aan achterhaalde theorieën. En tegen beter weten in blijven zorgverleners schadelijke behandelingen toepassen.

Wij leren hoe zelfrechtvaardiging partners uit elkaar drijft en familieruzies in de hand werkt. Herinneringen worden onbewust vervormd en houden oud zeer in stand. Mensen blijven zich wentelen in hun slachtofferrol. Oeroude conflicten tussen volkeren worden levendig gehouden.

In het laatste hoofdstuk krijgen we handvatten aangereikt om de valkuil van de zelfrechtvaardiging te vermijden. Vergissen is menselijk, maar we kunnen kiezen of we onze fouten toegeven of toedekken. Onze diepgewortelde neiging om onze miskleunen te ontkennen en met de mantel der eigenliefde toe te dekken maakt dat zeker niet gemakkelijk. Maar er zijn frappante voorbeelden van werkelijk grote mensen die er, zij het met moeite, in geslaagd zijn.

“Uiteindelijk is ‘geen fouten maken’ niet de toetssteen waaraan het karakter van een volk of de integriteit van een individu wordt afgemeten. Bepalend is wat we doen nadat we een fout hebben gemaakt.”, aldus de auteurs.

Hebt u zich ooit hebt afgevraagd waarom politici evidente blunders blijven herhalen of hoe het mogelijk is dat fatsoenlijke mensen zich laten omkopen? Vindt u het moeilijk te begrijpen dat sommige mensen nog hardnekkiger geloven als de profetie van hun leider niet uitkwam? Had u weleens een hoogoplopende discussie met uw partner of een vriend over een herinnering? In dit boek leest u er alles over.

Het is gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek, zeer onderhoudend geschreven en met talloze sprekende voorbeelden geïllustreerd. Het kon me van begin tot einde boeien.

@ Minervaria

Deze recensie verscheen ook op Noorderlicht.

Aansluitend:

Written by minervaria

8 december 2011 at 18:52

Geplaatst in Psychologie, Uncategorized

Spiegelpaleizen

leave a comment »

DOOM, R., Spiegelpaleizen. Wat ’zij’ denken over ‘ons’. Brussel, Academic and Scientific Publishers, 2010, 233 pp. – ISBN 978 90 5487 764 6

Eeuwenlang konden Europeanen het zich veroorloven om de mening van mensen uit andere werelddelen over hen te negeren. Nu zij echter over meer reële macht beschikken zal het echter steeds moeilijker worden om hun opvattingen als niet relevant opzij te schuiven. Maar hoe kijken zij dan naar ons? Woedende menigten die vlaggen verbranden, bomaanslagen op Westerse ambassades, minirokken in China, modeshows in Japan. Het beeld dat ons door de media wordt voorgehouden is fragmentarisch en gekleurd, zo betoogt Gie Goris in zijn voorwoord.

De beelden die ‘zij’ over ‘ons’ koesteren zijn bovendien, evenmin als de opvattingen die wij over hen hebben, eenduidig en algemeen. Net als in een spiegelpaleis zien ‘wij’ en ‘zij’ wisselende beelden, afhankelijk van de positie die ingenomen wordt. In een internationale context gaat dat meer bepaald over politieke en economische macht.

De rode draad in het boek van Ruddy Doom is dan ook hoe veranderende internationale machtsrelaties de kijk op anderen beïnvloeden. Daarvoor spit hij het ingewikkelde machtsspel tussen de gevestigde machtsblokken en nieuwkomers op het wereldtoneel uit. In een interessant hoofdstuk toont hij aan hoe de verschillende spelers daarvoor dankbaar gebruik maken van het idee van morele superioriteit. Vervolgens analyseert hij uitgebreid de recente geopolitieke machtsverschuivingen in de wereld. Zo wil hij duidelijk maken hoe ingewikkeld beeldvorming over zichzelf en de andere is, want afhankelijk van de wisselende kansen op het politieke en economische slagveld.

Een boeiend thema dus. De titel van dit boek riep hooggespannen verwachtingen op. Die lost de auteur echter niet in. Hij belooft wat hij redelijkerwijze niet kan beantwoorden.
Ik heb mij bovendien slechts moeizaam door dit werk heen geworsteld. Ik kreeg veel feiten geserveerd maar weinig inzichtelijke duiding. De zeer erudiete Ruddy Doom veronderstelt een ruime en diepgaande politiek-economische voorkennis, waarover het brede en diverse publiek dat hij beoogt ongetwijfeld niet beschikt. Voor de gewone geïnteresseerde lezer is dit een ronduit ontoegankelijk boek.

Het is bovendien geschreven in een ondoorzichtige academische taal met veel sociologenjargon. Ook de vormgeving is die van een wetenschappelijk werk, met voetnoten onderaan de bladzijde en een klein lettertype.
Tot overmaat van ramp heeft een slordige redactie veel ingewikkelde zinnen en tikfouten ongemoeid gelaten. Gelukkig voor de lezer springt er geregeld een treffende oneliner uit de band.

Dit is een gemiste kans, want voor dit thema is er heel zeker een ruim publiek. Een meer bevattelijke versie zou dus zeer welkom zijn.

© Minervaria

Written by minervaria

13 april 2011 at 18:35

Geplaatst in Uncategorized