Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Posts Tagged ‘Populisme

Dagboek 1933

leave a comment »

VERHOFSTADT, D. Dagboek 1933. Het gevaar van extreemrechts. A’pen/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2022, 404 pp. – ISBN 978 90 5240 009 9

Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren

Primo Levi

 

Na een bewogen verkiezingsstrijd wordt Adolf Hitler op 30 januari 1933 door de Duitse president Hindenburg tot rijkskanselier benoemd. Het blijkt de start van de brute afbraak van de nog prille Duitse democratie.

In de loop van het jaar komt Duitsland steeds meer in de greep van het nazisme en de nazipartij. Het nazibewind ontketent meteen een nietsontziende heksenjacht tegen communisten, sociaaldemocraten en zelfs conservatieve politici. Bijna dagelijks worden nieuwe maatregelen getroffen tegen andersdenkenden en alles wat als on-Duits of volksvreemd wordt beschouwd. Kop van Jut zijn de Joden. Hen wordt geleidelijk het leven op alle mogelijke manieren steeds moeilijker en zelfs onmogelijk gemaakt.

Maar ook de volkseigen gewone Duitser blijft niet gespaard van terreur. Hij moet enorm goed opletten wat hij doet of zegt in het openbaar of besloten kring, en zelfs het privéleven wordt op de duur geregeerd door nazibevelen. Zo wordt op een bepaald ogenblik een maandelijkse Eintopfsonntag ingesteld, waarop ieder gezin geacht wordt een stoofpotmaaltijd te eten. 

In toenemend tempo beleeft het land aldus de uitholling van de rechtspraak, de hersenspoeling van de jeugd in het onderwijs en de jeugdbeweging, de beknotting van de persvrijheid, de afbraak van het meerpartijenstelsel en meer democratische verworvenheden. Tegen het eind van het jaar is Duitsland stevig in de greep van de dictatuur van Hitler en het nazisme.

Dagboek 1933 is een hallucinant verslag van de geleidelijke en tegelijk razendsnelle ontmanteling van de democratische verworvenheden van de voorgaande vijftien jaren in Duitsland. Dit is echter niet simpelweg een verhaal uit het verleden, want er zijn bijzonder verontrustende parallellen te trekken met het huidige discours en de opgang van extreemrechts in Europa en de Verenigde Staten. Niet voor niets citeert Dirk Verhofstadt Primo Levi: ‘Het is gebeurd, dus het kan opnieuw gebeuren’.

In het indrukwekkende nawoord vertaalt Verhofstadt die parallellen nog eens naar de huidige situatie in de wereld. Het gevaar van extreemrechts is reëel. We mogen absoluut  niet onverschillig blijven. We mogen zeker niet laten gebeuren wat de Duitse democraten in 1933 hebben laten gebeuren.

Dagboek 1933 is een ronduit indrukwekkend en beklijvend werk. Alle vermelde feiten en gebeurtenissen zijn terdege gedocumenteerd en opgenomen in een omvangrijke notenlijst. Het is verre van ontspannende lectuur, maar het is zeer toegankelijk geschreven. Een must-read! 

@ Minervaria

Written by minervaria

30 maart 2023 at 18:54

Geplaatst in Maatschappij, Politiek

Tagged with ,

Het volk bestaat niet

leave a comment »

PelsD11PELS, D., Het volk bestaat niet. Leiderschap en populisme in de mediademocratie. A’dam, De Bezige Bij, 2011, 254 pp. – ISBN 978 90 234 5391 8

In de afgelopen decennia kwamen overal in Europa partijen op die beweerden te spreken met de stem van het volk. Dit veroorzaakte een grootscheepse herverkaveling van politieke ideeën en politieke organisaties. Daar hebben de traditionele partijen tot nu toe nog geen adequaat antwoord op kunnen vinden. Is het populisme werkelijk het spook van de democratie?

Dick Pels, directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, ziet het liever als een uitdaging. Het moderne populisme is een complexe reactie op een langlopend proces van modernisering, die geleid heeft tot de ontzuiling van onze maatschappij. De individualistische burger vindt zichzelf niet meer terug in de gevestigde organisaties en wil meer in de pap te brokken hebben. Het succes van het populisme is dan ook een aanleiding om de vertegenwoordigende democratie aan een kritische blik te onderwerpen en de rol van leiderschap en charisma in de politiek grondig te herdenken.

Populisten koesteren een diep wantrouwen jegens de vertegenwoordigende democratie en de politieke elites. Ze zijn niet antidemocratisch, maar huldigen een letterlijke interpretatie van het begrip democratie. De kerngedachte is dat het volk aan de macht moet komen en de plaats van de politieke elite moet innemen. Populisten gaan ervan uit dat het volk bestaat als een werkelijke gemeenschap, met een eigen cultuur en identiteit, en dat het de baas moet zijn in eigen huis: ‘eigen volk eerst’.

Maar democratie als stem van het volk is misleidend. ‘Het’ volk bestaat immers niet en het heeft net zo min als de elites de waarheid in pacht. De stem van het volk is doorgaans een helse kakofonie. Bij de burgers leven zeer uiteenlopende en conflicterende opvattingen over de inrichting van de samenleving. De eenheid van het volk is een gevaarlijke illusie met een totalitaire trek. Er ligt altijd een splitsing in twee onverzoenlijke kampen op de loer: de deugdzamen en de zondebokken.

Het is bovendien een illusie dat het volk zelf zou kunnen regeren. In werkelijkheid berust de macht van het volk altijd bij een kleine minderheid van beroepsburgers. Ook in de letterlijke democratie kan men niet buiten een politieke elite. Populisten mogen wel net doen alsof zij het volk zijn en de taal van de straat spreken, in feite voeren zij gewoon een machtsstrijd binnen de politieke elite.

Er moet dus gezocht worden hoe de onvermijdelijke dominantie van politieke elites kan worden gematigd en hoe de kloof met de gewone burgers zo goed mogelijk kan worden overbrugd. We staan voor een dubbele uitdaging. De mondige, beter opgeleide, kieskeurige en dus vaak zwevende kiezers moeten meer invloed kunnen uitoefenen op de beleids- en besluitvorming. En de democratische politici moeten zich nadrukkelijker en vaker verantwoorden tegenover die burgers.

We moeten naar een wisselwerkingsdemocratie, waarin de interactie tussen de burger en de politieke elite centraal staat. Die kan gerealiseerd worden door de introductie van directe democratie via onder andere referenda, waarbij mensen kunnen kiezen voor personen in de plaats van voor een partij. Zo’n personendemocratie sluit beter aan bij de hedendaagse maatschappelijke en politieke realiteit.

In de huidige mediacultuur is het persoonlijk leiderschap immers een veel grotere rol gaan spelen. Politieke partijen als communicatiekanalen tussen burgers en politici hebben de afgelopen decennia steeds nadrukkelijker baan moeten ruimen voor de media. De berichtgeving wordt gedramatiseerd en de politieke agenda wordt in belangrijke mate bepaald door incidenten die in de media worden gecultiveerd. En er is een nieuwe elite aangetreden, die van het politieke sterrendom. Politieke leiders zijn politieke celebrities geworden en de kiezers politieke fans.

De relatie tussen de politieke ster en de politieke fan draait in de nieuwe politiek niet zozeer om verstandelijke instemming met hun programma, als wel om affectieve aanhankelijkheid aan hun persoon. De nieuwe politieke beeld- en internetcultuur draait om populariteit en aantrekkelijkheid. Populistische leiders weten daar handig mee om te springen. Het zijn charismatische figuren met een grote media-uitstraling.

Of we het graag hebben of niet, deze evolutie valt niet tegen te houden noch terug te draaien. De politiek kan niet doen alsof haar neus bloedt en op de oude weg doorgaan. Ook al bevat een personendemocratie riskante aspecten, ze kan niet aan de populisten overgelaten worden. In zijn boek exploreert Dick Pels hoe meer directe en participatieve zeggenschap kan gerealiseerd worden in het huidige stelsel van de vertegenwoordigende democratie.

Anders dan gelijkaardige publicaties biedt dit boek niet alleen een gedegen analyse van de opkomst en aard van het populisme. Het levert ook een alternatief in de vorm van een gedoseerde directe democratie voor een uitgebalanceerde vertegenwoordigende democratie waarin debat, tolerantie en compromis centraal staan. Ook al is het betoog helemaal toegesneden op de Nederlandse situatie, het biedt veel herkenningspunten voor de Belgische en Vlaamse politieke realiteit.

© Minervaria

Written by minervaria

21 februari 2013 at 09:14

Geplaatst in Maatschappij, Politiek

Tagged with

Waarom is de burger boos?

leave a comment »

VAN ROSSEM, M., Waarom is de burger boos? Maarten van Rossem over hedendaags populisme. A’dam, Uitg. Nw A’dam, 2010, 126 pp. – ISBN 978 90 468 0705 7

Ja, waarom is de burger eigenlijk boos? In dit dunne boekje buigt de Utrechtse hoogleraar Maarten van Rossem zich over de opkomst en bloei van de moderne populistische bewegingen, in het bijzonder die in Nederland.

De burger maakt zich zorgen over de omvangrijke immigratie en de vermeende negatieve effecten daarvan op de Nederlandse samenleving. Vooral de moslimimmigranten en hun kinderen gedragen zich zo anders dat ze door veel Nederlanders als bedreigend worden ervaren. Ze vrezen dat hun eigen cultuur op termijn in de verdrukking komt. En de burger is boos op de traditionele partijen die het immigratieprobleem in zijn ogen jaren hebben laten versloffen.

Populistische partijen in heel Europa hebben deze zorgen een naam gegeven. Ze beweren met steeds radicalere maatregelen iets te zullen doen aan de nakende ‘islamisering’ van de nationale cultuur. Het is vijf voor twaalf. Als we nu geen radicale maatregelen nemen, is het binnen enkele decennia afgelopen met onze cultuur.

Het kernidee van elke populistische beweging is de theorie dat het volk een werkelijk bestaand en levend organisme is, één en ondeelbaar, homogeen en deugdzaam. Het volk heeft een zeer specifieke eigen cultuur en levenswijze, die wortelt in zijn geschiedenis. Wie niet deelt in de historisch bepaalde cultuur en levenswijze van het volk, behoort tot de gevreesde ‘anderen’.

Volgens de populisten hebben de traditionele partijen het volk in de steek gelaten. Ze zijn elitair en alleen uit op eigen voordeel. Het volk wordt door hen gemanipuleerd, betutteld en uitgebuit. Er is een samenzwering aan de gang tegen het volk. De populisten claimen het volk werkelijk te vertegenwoordigen en beweren te staan voor de ware volkswil. Zij zijn de enige ware democraten.

Populisten hebben al succes sinds de democratie bestaat. De democratie mag dan wel heerschappij van het volk door het volk betekenen, het is niet het volk zelf dat regeert. De vertegenwoordigende democratie kent ingewikkelde instellingen zoals de rechtsstaat, het parlement met twee kamers en de politieke partijen. Die geven de burgers-kiezers vaak het gevoel dat zij niets te vertellen hebben. De parlementaire democratie mag dan het enige stabiele, goed gecontroleerde democratische systeem zijn dat we kennen, ze lokt altijd weer een gevoel van machteloosheid uit.

In die kloof tussen belofte en werkelijkheid van de democratie, het ‘democratisch tekort’, vindt het populisme een vruchtbare bodem. Als de omstandigheden gunstig zijn zal er geregeld een populistische beweging groeien die stelt dat het tijd wordt dat de burgers eindelijk eens echt aan de macht komen en die belooft dat alles anders wordt als zij het voor het zeggen krijgen.

Soms vervult het populisme een nuttige signaalfunctie. Het brengt problemen aan de orde die de traditionele partijen onvoldoende hadden opgenomen. Het gebeurt ook dat een bestaande partij haar oorspronkelijke programma heeft verlaten en een deel van haar kiezers verweesd heeft achtergelaten. Dan kan een populistische beweging het linkse of rechtse gat in de markt vullen.

Toch ziet van Rossem meer nadelige effecten. Het populisme staat vijandig tegenover het democratische systeem. Populisten hebben niets op met democratische besluitvorming, noch binnen de beweging zelf, noch in de politieke realiteit. Ze geloven in charismatisch leiderschap en willen grondwettelijke vrijheden afschaffen. Doordat zij de parlementaire democratie permanent verdacht maken als een schijndemocratie, brengen de populisten de democratie, die al twee eeuwen voor stabiliteit zorgt, grote schade toe. Zij scheppen een klimaat van permanent wantrouwen en systeemvijandigheid zonder dat ze een werkbaar alternatief bieden.

Het hedendaagse populisme is volgens van Rossem geen nieuw fascisme of racisme. Het is een defensieve reactie op wat als onmiddellijke bedreiging van de eigen cultuur wordt ervaren. Dit mag dan correct zijn, met zijn opvattingen over het charismatische leiderschap en zijn nationalistische ideeëngoed draagt het er wel de kiemen van. Zo vormt het een permanente bedreiging voor de rechtsstaat.

Het moderne populisme wordt bovendien gesteund door de televisie. Die leent zich bij uitstek voor de populistische stijl. Dat leidt ertoe dat ook de traditionele politici zich populistisch gaan gedragen en zich gemakzuchtig aansluiten bij de retoriek van de systeemvijandigheid. Ze worden daarbij gestimuleerd door een groot deel van de journalisten, dat zijn heil zoekt in een simpel moralisme, zonder nauwkeurig en onsentimenteel te analyseren hoe de macht eigenlijk werkt.

Valt er iets te doen aan de regelmatige populistische oprispingen die de stabiliteit van de vertegenwoordigende democratie bedreigen? Van Rossem meent van niet. Het ‘democratische tekort’ zal altijd blijven, de burger zal zich nooit helemaal vertegenwoordigd voelen. Een democratische samenleving drijft nu eenmaal altijd op compromissen waarin niet iedereen zich helemaal kan vinden. De parlementaire democratie heeft echter al twee eeuwen bewezen het enige systeem te zijn dat maatschappelijke stabiliteit verschaft. Maar ze zal nooit perfect zijn omdat ze menselijk is.

Maarten van Rossem schetst de historische context waarin het naoorlogse populisme kon groeien en gedijen. Hij trekt niet van leer tegen de populistische bewegingen maar ontkracht vakkundig en bedaard een aantal hardnekkige beweringen en mythes van de populistische beweging zoals die zich in Nederland in verschillende gedaantes heeft aangediend.
Zijn betoog is zeer inzichtelijk en laat zich zeer vlot lezen.

Ook voor niet-Nederlanders een aanrader zonder meer!

© Minervaria

Lees ook:

Written by minervaria

5 december 2010 at 20:36

Geplaatst in Maatschappij, Politiek

Tagged with

De uitdaging van het populisme

leave a comment »

van der ZWAN, A., De uitdaging van het populisme. A’dam, Meulenhoff, 2003, 223 pp. – ISBN 90 290 7331 4

Sedert het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw is het populisme in Europa steeds nadrukkelijker aanwezig in de politiek. Het populistische discours is intussen ook door de media en de traditionele politieke partijen overgenomen.

Populisme is een moeilijk grijpbaar politiek fenomeen dat zich niet in een of andere ideologie laat onderbrengen. Daarom is het des te belangrijker om erover te lezen en de achtergronden ervan proberen te “grijpen”, aldus van der Zwan. Die wortelen volgens hem in de problematiek van een gaandeweg machtelozer wordend politiek bestel. De mondialisering van de economie heeft aan de megabedrijven een schier onbeperkte macht gegeven over het economisch beleid van nationale regeringen. Niet alleen in de arbeidersklasse, maar ook in de middenklasse leven steeds meer mensen in werk- en bestaansonzekerheid. Momenteel houdt veertien procent van alle werknemers er bijvoorbeeld serieus rekening mee dat ze op ieder moment ontslagen kunnen worden.

Tegenover dit mondiaal economisch geweld staan de nationale regeringen machteloos. Overheden kunnen hun beloften van zekerheid en stabiliteit niet meer nakomen. Erger is echter dat de overheid zelf – met inbegrip van de linkse partijen – te ver is meegegaan in dat economische verhaal. Minder staat was de leuze van de derde weg. De overheid heeft belangrijke onderdelen van het publieke bedrijf te veel en te lang op marktleest geschoeid. Het heeft de burger geen voordeel gebracht. Hij is een willoze speelbal geworden van onbegrepen en onbeheersbare krachten en is de overheid gaan wantrouwen.

Deze situatie wordt gecompliceerd door de moeilijke integratie van de etnische minderheden. Die zijn in alle opzichten een sprekend voorbeeld van de aloude tegenstelling tussen onder- en bovenbouw van de maatschappij. De etnische minderheden zijn de nieuwe maatschappelijke onderlaag geworden, die door het populisme graag als zondebok voor alle maatschappelijke problemen wordt gebruikt. Bij de maatschappelijke bovenlaag bemerkt van der Zwan daarentegen een opmerkelijke onverschilligheid – hij noemt het gebrek aan ‘publiek ethos’ – voor de problemen van de midden- en onderklasse.

De uitdaging van het populisme ligt volgens van der Zwan in de versterking en herwaardering van de staat. Niet minder maar méér staat dus. De overheid dient de voorwaarden te creëren waaronder burgers veilig kunnen leven, hoogwaardig onderwijs kunnen volgen, actief kunnen participeren in een modern productiesysteem, gebruik kunnen maken van essentiële voorzieningen en gevrijwaard worden van bestaansonzekerheid die het individuele vermogen overstijgt.

Van der Zwan houdt daarmee een pleidooi voor verlicht modern nationalisme. De burgers moeten zich weer actief betrokken voelen bij een gemeenschappelijk project, een verbond waarvoor ze zelf gekozen hebben. Daarin is geen plaats voor ongeremd kapitalisme. Maar daarin is evenmin plaats voor etnisch nationalisme, dat zijn voedingsbodem vindt in de onzekerheid van het huidig maatschappelijk klimaat.

De overheid staat voor een zware taak. Hoe het vertrouwen van de burgers weer winnen? Er is maar één weg volgens van der Zwan: de overheid moet zichtbare en efficiënte prestaties leveren. Hier ziet hij nieuwe kansen voor het socialisme. Als de staat een gemeenschappelijk project moet zijn, kan de overheid het zich niet veroorloven dat grote groepen mensen marginaal zijn en uitgesloten worden. Het gaat niet op de midden- en onderklasse verder over te leveren aan het geweld van de internationale concurrentiedruk en de bovenlaag hiervan te vrijwaren.

Een radicaal sociaal-democratisch antwoord moet dus de ideologisch geladen tegenstelling tussen rijk en arm weer centraal stellen. Bescherming van de zwakkeren en herverdeling zullen weer effectief op de agenda moeten komen, ook al betekent dit dat men tijdelijk van regeringsdeelname moet afzien. Anderzijds zal men de solidariteitsgedachte van het oorspronkelijke socialisme weer nieuw leven moeten inblazen: wie wil aanspraak maken op rechten moet ook verantwoordelijkheid opnemen.

Dit boek bestaat uit een aantal onafhankelijke essays. Sommige ervan zijn intussen al meer dan tien jaar geleden geschreven. Ze zijn niettemin nog verbazend actueel. Van der Zwan behandelt het onderwerp genuanceerd en diepgaand, zijn betoog is zeer degelijk uitgewerkt en gebaseerd op stevig onderzoek. Sommige van zijn stellingen roepen natuurlijk vragen op, maar dat is ook de bedoeling van een dergelijke publicatie.

Ook al zijn niet alle hoofdstukken even gemakkelijk te volgen, het geheel is vrij inzichtelijk en redelijk goed leesbaar voor wie zich een beetje inspanning getroost.

© Minervaria

Aansluitend:

Written by minervaria

28 februari 2010 at 19:40

Geplaatst in Economie, Maatschappij, Politiek

Tagged with