Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Archive for the ‘Pedagogie’ Category

Jong geleerd

leave a comment »

EINON, D., Jong geleerd. Hoe u uw baby, peuter of kleuter kunt opvoeden en begeleiden bij zijn ontwikkeling. Tielt, Lannoo, 2001, 240 pp. – ISBN 90 09 444 28

Dorothy Einon doceert psychologie aan de University of London. Haar interesse gaat vooral uit naar de ontwikkeling van het kind.

In dit boek geeft zij een overzicht van de ontwikkeling van kinderen tot 6 jaar. In de verschillende hoofdstukken wordt telkens een bepaalde vaardigheid belicht, o.a. bewegen, waarnemen, creativiteit, ruimtelijk inzicht, zelfstandig worden, sociale vaardigheden. In de laatste hoofdstukken besteedt de auteur aandacht aan de voorbereiding op de basisschool.

Elk hoofdstuk brengt de mijlpalen in de ontwikkeling van een kind in kaart en geeft aan wanneer je welke volgende stap kan verwachten. Dorothy Einon besteedt aandacht aan de zichtbare veranderingen in het gedrag van een kind, maar ze laat vooral zien hoe het kind op een bepaalde leeftijd de wereld om zich ziet en begrijpt, hoe dit het gedrag verklaart en met de leeftijd verandert. Voor elk ontwikkelingsgebied en elke ontwikkelingsfase stelt Einon een aantal activiteiten voor waarmee je als ouder het verwerven van de bewuste vaardigheden kan bevorderen of vergemakkelijken.

Dit is een eenvoudig en tegelijk kwalitatief hoogstaand boek. De verschillende stappen in de ontwikkeling van een bepaalde vaardigheid worden correct en overzichtelijk weergegeven. Op de ontwikkelingsstappen laat zij allerlei tips, spelletjes en activiteiten aansluiten die niet alleen plezierig zijn, maar ook een echte uitdaging inhouden.

Het is jammer dat het boek niet meer verkrijgbaar is, want het is een zeer degelijke leidraad voor ouders van jonge kinderen. Het werk is vlot geschreven, biedt overzichtelijke tabellen, is zeer aantrekkelijk gepresenteerd en kleurig geïllustreerd met sprekende foto’s. Het is gedrukt op gebruiksbestendig stevig papier.

© Minervaria

Written by minervaria

2 maart 2008 at 20:53

Geplaatst in Gezondheid en welzijn, Pedagogie

Tagged with ,

Prinsjes en prinsesjes

leave a comment »

CLIFFORD-POSTON, A., Prinsjes en prinsesjes. Begrijp het gedrag van je kinderen. (Vert. When Harry hit Sally) A’dam, Uitg. Archipel, 2007, 327 pp. – ISBN 690 6305 322 2

Boeken over opvoeding, ze intrigeren mij steeds opnieuw. Vooral nu het tijdperk van de hypergevoelige Nieuwe Tijdskinderen op zijn laatste benen lijkt te lopen, prikkelt een titel als deze mijn kritische zin. Hoezo, prinsjes en prinsesjes? Hoezo, begrijp het gedrag van je kinderen? Heeft al teveel begrip ons niet een hele generatie rotverwende jochies opgeleverd? Met het nodige scepticisme ben ik dus begonnen met lezen.

Andrea Clifford-Poston is docente en kinder- en gezinstherapeut. In haar praktijk helpt ze ouders en kinderen met opvoedings- en gedragsproblemen. Volgens haar vinden die niet in de eerste plaats hun oorsprong in gebrekkige opvoedingsvaardigheden van ouders. Geen enkele ouder is immers expert in het opvoeden. Opvoeding is een communicatieproces, waarin beide partijen met hun gedrag iets aan elkaar duidelijk maken. Ouders en kinderen praten met elkaar via hun gedrag. En dit is niet altijd even doorzichtig voor de andere partij.

Daarbij trekken kinderen makkelijk aan het kortste eind. Zij beschikken slechts over beperkte mogelijkheden om duidelijk te maken wat in hen omgaat of te laten weten wanneer ze een probleem hebben. Ze zijn afhankelijk van de bereidwilligheid van volwassenen om te luisteren naar wat zij te zeggen hebben. Als dit niet gebeurt kiezen kinderen vaak voor probleemgedrag, dat volwassenen dan als lastig en ongepast interpreteren. Daardoor komt een vicieuze cirkel op gang, die enkel kan onderbroken worden wanneer volwassenen het gedrag van het kind proberen te begrijpen.

Veel opvoedingsproblemen kunnen volgens Clifford-Poston voorkomen worden en opgelost door het gedrag van het kind als praten te interpreteren. Probleemgedrag is immers een probleem voor volwassenen, maar een oplossing voor de reële zorg of moeilijkheid van een kind. Het is een manier waarop het kind de volwassene probeert zijn zorgen te vertellen.

In de verschillende hoofdstukken bespreekt de auteur normale opvoedingsproblemen zoals rivaliteit tussen broertjes en zusjes, eet- en slaapproblemen, aanpassingsproblemen bij de overgang naar de lagere school, de baas spelen en pesten. Ze laat zien hoe dit gedrag als communicatievorm kan worden opgevat, geeft aan wanneer ouders het als abnormaal moeten beschouwen en misschien professionele hulp moeten zoeken. In de laatste twee hoofdstukken komen de invloed van echtscheiding aan de orde en enkele van de problemen waarmee werkende moeders worden geconfronteerd.

Ze presenteert geen kant-en-klare oplossingen, maar biedt stof tot nadenken over verschillende aspecten van probleemgedrag. Een kind kan daarmee verschillende boodschappen willen overbrengen. Ze besteedt bovendien ruim aandacht aan een vaak vergeten aspect van opvoedingsproblemen, nl. dat het probleem van het kind meestal ook verweven is met de zorgen van de ouders. Kinderen worden immers geboren in een wereld van verwachtingen en fantasieën. Niets roept zoveel jeugdherinneringen op als het ouderschap. Ouders willen in hun kinderen hun eigen aspiraties verwezenlijkt zien. Kinderen én ouders brengen de rest van hun leven door met pogingen om zich zowel van elkaars fantasieën te bevrijden als eraan te voldoen. Ze zijn zich daarvan doorgaans niet bewust. Clifford-Poston formuleert vragen die je aanzetten hierover na te denken.

Dit is een zeer doordacht boek over opvoeden en opvoedingsproblemen, dat verschillende therapeutische en pedagogische invalshoeken combineert zonder de lezer met theorie te overladen. De indeling sluit aan bij de behoefte van ouders: advies voor concrete opvoedingssituaties. Het is vlot geschreven en helemaal niet belerend.

© Minervaria

Written by minervaria

24 februari 2008 at 20:51

Geplaatst in Pedagogie, Taal en Communicatie

Tagged with

Bakerpraatjes

leave a comment »

SPIERENBURG, M., Bakerpraatjes. Alle dingen die ze je niet vertellen over zwanger zijn en moeder worden. Vianen/A’pen, The House of Books, 2007, 208 pp. – ISBN 90 443 2011 4

Nagenoeg alle zwangerschapslectuur zwelgt in lyrische beschrijvingen van het wonder van het nieuwe leven en de blijdschap van de aanstaande moeder. De misselijkheid, de zware benen, de vlekken in je gezicht, de striemen, de geknelde maag, het aanhoudende gevoel te moeten plassen en nog veel meer neem je er als gelukkige zwangere toch gewoon bij? Maar als al die vervelende zwangerschapskwaaltjes je de strot uit komen, en je zoals alle aanstaande moeders geplaagd wordt door de zenuwen, bieden die boeken weinig soelaas. Integendeel, je gaat algauw denken dat je wel een afwijking zal zijn.

Als je sommige boeken mag geloven, is de bevalling niet meer dan een fluitje van een cent. Het verloop wordt haarfijn uit de doeken gedaan, en dank zij de ademhalingstechnieken die je leerde op de prenatale gymnastiek is het karwei zo geklaard. Na afloop zijn alle pijn en ongemak op slag vergeten bij de aanblik van een rozige wolk van een baby. Niets vertelt je dat het ook weleens mis kan lopen, dat het behoorlijk pijnlijk is en dat de baby met zijn gerimpelde varkentjesaanblik ook flink kan tegenvallen.

Ook over de onzekerheid en de paniek bij het besef van die verpletterende verantwoordelijkheid, het uitgelubberde gevoel en de moordende vermoeidheid nog lang na de bevalling is zelden veel realistische informatie te lezen. Als prille moeder word je verondersteld volkomen opgewassen te zijn tegen de aanslag op je vrijheid en de tijd- en energievretende zorg voor een totaal afhankelijke baby, en er bovenop nog dolgelukkig over te zijn.

Bakerpraatjes geeft alle vrouwen een opluchtend generaal pardon. Manon Spierenburg doet een boekje open over alles wat door de band niet gezegd mag worden. Zwangerschap, bevalling en moederschap kunnen zwaar zijn, en geregeld helemaal niet leuk. Moeders zijn wel blij met de baby, en zouden hem voor geen geld willen missen. Maar er moet ruimte gemaakt worden voor àlle gevoelens die ze erover hebben, en niet alleen de positieve.

Dat doet Spierenburg met glans. Haar verhaal is doorspekt met zeer herkenbare getuigenissen van moeders. Met verrassende eerlijkheid, helderheid en vooral heel veel humor en relativering helpt Spierenburg een hele generatie vrouwen van hun schuldgevoel af.

© Minervaria

Written by minervaria

20 februari 2008 at 20:40

Geplaatst in Gezondheid en welzijn, Pedagogie

Tagged with ,

Praten met je kind.

leave a comment »

VERBOVEN, A., Praten met je kind. De weg naar een harmonieus gezin. A’pen, Standaard Uitgeverij, 2007, 303 pp. – ISBN 90 02 22261 0

Opvoeden is geen effen pad, geen rechtlijnige beweging. Het is een weg met veel vallen en opstaan, bijsturen en anders bekijken, en steeds opnieuw uitproberen wat werkt en wat niet. Kinderen in hetzelfde gezin verschillen bovendien van elkaar, en wat voor het ene goed is kan voor het andere helemaal anders aflopen.

Ann Verboven geeft vorming over opvoeding en biedt opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen met een handicap.
In haar boek wil ze enkele communicatieve handvatten bieden om de dagelijkse relatie tussen ouder en kind (en iedereen die met opvoeding begaan is) te ondersteunen en hierin enkele inzichten te bieden. Hiervoor maakt ze gebruik van wat ze in haar opleiding tot ouderbegeleider heeft geleerd over opvoedings- en ontwikkelingsondersteuning.

De visie van Thomas Gordon, die in de 70-er jaren van de vorige eeuw furore maakte met zijn boek Luisteren naar kinderen, is voor haar een belangrijke inspiratiebron. De oorspronkelijke inzichten van Gordon zijn uiteraard door hemzelf en anderen verder uitgewerkt en verfijnd. Maar dit is allemaal al meer dan 30 jaar oud en een meer moderne versie zou misschien welkom zijn.

Hierin heeft het boek van Ann Verboven mij toch zwaar teleurgesteld. Zij behandelt de belangrijkste knelpunten in de opvoedingssituaties, van het ondersteunen van je kind wanneer het problemen heeft over het stellen van grenzen tot het omgaan met conflicten. Deze waardevolle inzichten blijken echter niet meer dan een samenraapsel van alles wat zij in haar opleiding en haar werk heeft bijeen gesprokkeld.

De essentie van haar gedachtegang wordt jammer genoeg al te vaak ondergesneeuwd door randinformatie en details. Haar betoog mist structuur en systematiek en ze valt voortdurend in herhaling. De talrijke voorbeelden kunnen daar niet aan verhelpen, want ze zijn vaak onvoldoende uitgewerkt. Bovendien is het taalgebruik ronduit storend. Onvolledige zinnen (bv. “Je kind te verplichten jouw oplossing te volgen.”), stroeve en spreektaal (bv. het kind zijn probleem) ontsieren de tekst. Daar mocht rigoureus in gesnoeid worden.

De lay-out is ronduit onoverzichtelijk, zodat waardevolle schema’s en samenvattingen helemaal niet tot hun recht komen.

Als je dus nood hebt aan enkele opvoedingshandvatten kan je die in het boek van Ann Verboven na enig zoekwerk wel vinden. Maar er zijn veel betere boeken over opvoeding op de markt. En voor een degelijke en overzichtelijke handleiding om echt met kinderen te praten en conflicten op te lossen kan je nog altijd beter bij Thomas Gordon zelf terecht.

© Minervaria

Written by minervaria

21 december 2007 at 20:38

Geplaatst in Pedagogie, Taal en Communicatie

Tagged with

Hoe match ik met mijn kind?

leave a comment »

SCHENK, C., Hoe match ik met mijn kind? A’dam, Uitg. Ploegsma, 2007, 157 pp. – ISBN 90 216 1880 7

Opvoeden in je eigen stijl en toch rekening houden met je kind, kan dat wel? Want iedereen is anders. Waar jij als ouder misschien van afwisseling houdt, heeft je kind het graag rustig of andersom. Soms heeft je kind dezelfde voorkeur als jij, maar vaak ook niet. De meeste tijd gaat dat prima samen, maar af en toe botsen de karakters flink.

Het effect van die botsingen kan groot zijn. De soms kleine verschillen tussen ouders en kinderen kunnen uitgroeien tot een kloof. Hoe ga je daar goed mee om?

Cees Schenk begeleidt al vijfentwintig jaar veranderingen in bedrijven, bij teams en individuele werknemers. Zijn methode steunt op de cognitieve gedragstherapie en de oplossingsgerichte therapie. Op basis van deze ervaringen ontwikkelde hij een aanpak voor opvoeders: de BONZ-methode. Die staat voor Bewust Opvoeden Naar Zelfstandigheid. Opvoeden volgens BONZ is dus gericht op het zoeken van efficiënte oplossingen voor opvoedingsproblemen. Het zoeken naar oorzaken is volgens Schenk minder belangrijk. Je kan beter kijken naar de wijze waarop je als opvoeder handelt en dit gedrag bijstellen zodat het effectiever wordt.

Daarvoor is het in de eerste plaats nodig dat je als ouder nadenkt over het eigen gedrag en dit probeert af te stemmen, te matchen met dat van je kind. Want opvoeden is vooral doen. Veranderingen moeten dus in de eerste plaats gedragsveranderingen zijn. Het enige dat we immers van elkaar zien is gedrag. Wat er achter dat gedrag schuilgaat kunnen we hooguit vermoeden. Toch menen we vaak de denkbeelden en gevoelens van anderen te kennen, en gaan we hun gedrag razendsnel interpreteren en elkaar beoordelen. Dit leidt heel vaak tot onnodig onbegrip, vooral als de persoonlijke gedragsstijl van ouder en kind verschillen.

In dit boek krijg je inzicht in wat belangrijk is om je eigen opvoedingsgedrag af te stemmen op je kind, zodat botsende karakters geen oorzaak hoeven te worden voor een groeiende afstand tussen ouders en kinderen. Door middel van theorie, maar vooral oefeningen krijg je inzicht in je eigen opvoedstijl, hoe je die kan ontwikkelen en verfijnen én vooral afstemmen op de stijl van je kind. Met gerichte tussenkomsten kan je ook proberen de stijl van je kind te veranderen, uit te breiden en te verfijnen, zodat het ook zijn gedragsrepertorium verruimt.

Respect voor de eigen stijl van zowel ouder als kind staat daarbij centraal. Het is vooral een praktisch boek, met veel tips en buikbare schema’s om jezelf te trainen en doelgericht actie te ondernemen in heel verscheidene opvoedingssituaties. Opvoeden hoeft niet moeilijk te zijn, als men zich maar richt op afstemming op elkaar.

Het is geschreven in eenvoudige taal, en leest enorm vlot. Een waardevol werkboek over opvoeden, een aanrader. Bovendien zijn, mits aanpassing, de inzichten en methode ook toepasselijk op andere dan opvoedingssituaties.

© Minervaria

Written by minervaria

11 juli 2007 at 20:30

Geplaatst in Pedagogie

Tagged with

Stil maar. Waarom je baby huilt en wat je eraan kunt doen.

leave a comment »

KITZINGER, S., Stil maar. Waarom je baby huilt en wat je eraan kunt doen. (Vert. Understanding Your Crying Baby) Houten/A’pen, Unieboek BV, 2006, 176 pp. – ISBN 90 269 6116 2

Het geluid van een huilende baby – een baby die maar doorgaat, steeds harder huilt, en alleen iets rustiger wordt om vervolgens weer een keel op te zetten tot horen en zien je vergaan – is zo ongeveer het meest verstorende, veeleisende, schokkende geluid dat we kunnen horen. Er is geen geruststelling, geen onderhandeling mogelijk, er is geen redelijkheid. Het vreet aan de ouders, vooral aan de moeder, voor wie het een regelrechte beproeving is.

Sheila Kitzinger is sociaal antropologe, en heeft onder andere moeders en baby’s in verschillende culturen bestudeerd. Ze heeft baanbrekend onderzoek gedaan op het gebied van bevalling, moederschap en babyzorg en haar bevindingen in verschillende boeken vastgelegd.

Dit boek gaat over huilbaby’s, baby’s die meer dan zes uren per dag huilen, en hun moeders tot wanhoop brengen. Het is gebaseerd op de antwoorden van moeders op een vragenlijst in twee tijdschriften over ouderschap. Uit de antwoorden bleek dat huilbaby’s hun moeders aan de rand van de wanhoop brengen, en dat hun uitzichtloze situatie vaak nauwelijks wordt onderkend. Veel zogenaamde steun heeft in werkelijkheid geen enkel effect, en veel moeders krijgen gewoon geen hulp en voelen zich hopeloos geïsoleerd. Wie zelf een huilbaby heeft gehad, kan zich dit perfect voorstellen.

In de eerste plaats vertelt Kitzinger wat een huilende baby met je doet. Deze eerste stap werkt meteen ontschuldigend: wij zijn geprogrammeerd om te reageren op een huilende baby, en een baby die blijft huilen veroorzaakt enorm veel stress bij volwassenen. Sommige adviezen, zoals het negeren van het huilen, zijn dan ook onterecht en onmenselijk. Zij gaan ervan uit dat de baby een vijand is tegen wie we ons moeten wapenen. Niets is minder waar. Moeders zijn echter gemakkelijke doelwitten voor advies, want onzeker en kwetsbaar. Het volgen van deze adviezen brengt vaak nog veel meer stress mee.

Daarna probeert zij meer inzicht te verwerven waarom baby’s in het algemeen huilen, en waarom sommige baby’s ontroostbaar zijn. Alle mogelijke oorzaken passeren de revue. Meestal gaat het over een combinatie van verschillende factoren, zowel lichamelijke als psychische oorzaken.

Vervolgens observeert zij hoe de verschillende betrokken volwassenen over het algemeen met huilbaby’s omgaan. Daarbij vond ik het hoofdstuk over de rol van de vader zeer verhelderend. Vooral haar genuanceerde kijk op de wijze waarop mannen in het algemeen met baby’s omgaan heeft mij aangesproken.

In het laatste hoofdstuk vertelt Kitzinger over moeders en baby’s in andere niet-westerse culturen. Daar is moederschap een zaak van de vrouwengemeenschap, in tegenstelling tot de geïndividualiseerde Westerse maatschappij. Moeders hebben een hoge status, worden beschermd en gekoesterd, en hun taak wordt door velen gedragen. Huilbaby’s komen er ook voor, maar door het gedeelde moederschap is dit veel minder stresserend.

Kitzinger breekt hier een lans voor solidariteit onder vrouwen en moeders. Hierna de laatste alinea van het nawoord: “Een van de dingen die we van het feminisme hebben geleerd, is dat er niet zoiets bestaat als een individuele ervaring, Wanneer we ons voor enorme uitdagingen in ons leven zien gesteld, wanneer pijn en lijden bezit van ons nemen, kunnen we er zeker van zijn dat andere vrouwen dezelfde stress ondergaan, zich voor dezelfde crises gesteld zien. Als vrouwen samenkomen en hun kennis delen, kunnen we de woorden creëren de nodig zijn om de vrouwelijke realiteit te beschrijven, We kunnen elkaars ervaringen bekrachtigen. In plaats van ze te negeren en te trivialiseren, terwijl we ons uiterste best doen om te voldoen aan het door de maatschappij opgelegde beeld van onszelf als moeder – en ons ziek voelen door het schuldgevoel dat bezit van ons neemt als we hier niet in slagen – kunnen we deze gedeelde ervaringen gebruiken om nieuwe inzichten te ontwikkelen in de levens van vrouwen. Zo creëren we een politiek, economisch en sociaal systeem waar vrouwen als moeders kracht uit kunnen putten.” (p. 169)
Misschien is dit een utopie in een individualistische samenleving, alleszins een waardevol streefdoel.

Dit is werkelijk een zeer interessant boek, en geschreven door een wijze vrouw. Het stelt moeders gerust, en haalt hen uit de schuldhoek. Geen insinuaties dat jij zelf verantwoordelijk bent voor het huilen van je baby of dat je je door hem in de luren laat leggen. Er is ontzettend veel begrip voor de wanhoop van moeders (en vaders) van huilbaby’s. Je vindt er realistische en steekhoudende verklaringen én een schat aan adviezen. Het is geen receptenboek, maar staat vol met ideeën die andere ouders hebben geprobeerd en die hebben gewerkt. De vormgeving is aantrekkelijk: vlot leesbaar, ordelijk ingedeeld, mooi geïllustreerd.

Dit boek is een echte aanrader voor ouders met een huilbaby, maar ook voor alle aanstaande ouders. Niemand weet immers vooraf hoe de baby zal zijn. Naast Oei, ik groei weer een waardevol geboortecadeau!

© Minervaria

Aansluitend: Huilbaby

Written by minervaria

27 februari 2007 at 20:27

Geplaatst in Gezondheid en welzijn, Pedagogie

Tagged with

Hoe breng ik mijn kind structuur bij

leave a comment »

PEERLINGS, W., Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij. Een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Tielt, Lannoo, 2006, 230 pp. – ISBN 90 209 6518 2

Structuur in de opvoeding mag – gelukkig! – weer. Structuur is immers belangrijk in ons leven en in dat van onze kinderen. Met behulp van structuur behaal je immers met minder moeite en in minder tijd een beter resultaat.

Wendy Peerlings werkt met kinderen die het moeilijk hebben om structuur te brengen in hun leven. Maar structuurproblemen beperken zich niet tot een handjevol kinderen of gezinnen. Elk gezin krijgt ermee te maken. Hoe zorg je er immers voor dat een dag zo rustig mogelijk begint, dat de kinderen op tijd zijn op school, dat ze alles mee hebben? Hoe zorg je ervoor dat ’s avonds het huiswerk wordt gemaakt, de lessen geleerd, ondertussen het avondmaal wordt bereid, er zo gezellig mogelijk wordt gegeten en de kinderen op tijd in bed raken? Hoe worden speelgoed en kamers opgeruimd, of blijft alles liggen tot niemand er nog doen aan ziet?

Structuur aanbrengen in een kinderleven is niet eenvoudig. Sommige kinderen zijn enorm traag, anderen krijgen de juiste volgorde niet onder de knie. Iets onthouden kan erg moeilijk zijn als je niet weet hoe de informatie te ordenen. Het structureren van tijd en taken is voor veel kinderen één grote chaos. En kinderen van vandaag leven bovendien in een drukke en chaotische wereld.

In het boek worden eerst de belangrijkste problemen op een rij gezet. Kinderen kunnen moeite hebben met structureren op verschillende manieren. Chaos en orde moeten ook altijd bekeken worden in het kader van de situatie. Er is niet één goede manier om te structureren die voor iedereen geldt. Die aandacht voor individuele verscheidenheid is alvast een positief aspect in dit boek.

Het leeuwendeel van het boek is praktisch: het is een doe-boek. En het probleem wordt gezien vanuit de ogen van het kind.

De eerste stap is een grondige observatie hoe een kind verschillende taken aanpakt. Hiervoor krijg je voldoende degelijk materiaal en schema’s aangereikt.
Vervolgens legt de auteur talrijke methodes en technieken uit om je kind te leren gestructureerd te werken. Daarbij worden positieve bekrachtiging en het ondersteunen van een positief zelfbeeld bij kinderen sterk benadrukt. Dit is zeker belangrijk bij kinderen die door structuurproblemen al heel wat mislukkingen hebben ervaren.

Leren systematisch en planmatig werken staan daarbij centraal. Dit aspect wordt vooral in het zevende hoofdstuk goed uitgewerkt: werken met schema’s in tijd en ruimte, sorteren, structuur brengen in de leerstof, … Dit hoofdstuk is zeker bruikbaar voor iedereen die het weleens lastig heeft met structureren. Dit alles wordt uitgebreid geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk van de auteur. Volgens mij is dit het sterkste onderdeel van het boek.

Nu zou je verwachten dat een boek over structuur zelf ook heel gestructureerd is. Jammer genoeg is dit niet het geval. Zowel de gedachtegang als de lay-out zijn vaak verwarrend.
De indeling is niet altijd overzichtelijk, soms is er zelfs te weinig spatie tussen de titel en de tekst. De verschillende onderdeeltjes mochten voor mij best nadrukkelijker genummerd zijn. Ik vond verschillende schema’s niet makkelijk terug. Verwijzingen zijn vaak slordig en soms foutief. Er worden teveel verschillende lettertypes op één bladzijde gebruikt. Sommige zaken mochten best beter uitgelegd worden. Hoeveel ouders zouden de beertjes van Meichenbaum kennen?
Een indeling waarbij de tekst en illustraties op resp. rechter- en linkerzijde staan was handiger geweest en beter te volgen.
Dit is dus meer dan een gemiste kans.

© Minervaria

Written by minervaria

16 december 2006 at 23:29

Geplaatst in Pedagogie

Tagged with

Als je kind NLD heeft

leave a comment »

BAERT, K. & G. VANDERBECK, Als je kind NLD heeft. Gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Tielt, Lannoo, 2006, 166 pp. – ISBN 90 209 6635 9

NLD staat voor Non-verbal Learning Disability. De term werd 20 jaar geleden geïntroduceerd door de Amerikaanse neuropsycholoog Rourke. NLD is de term voor een complex van leer- en ontwikkelingsstoornissen, die vooral het visueel-ruimtelijk inzicht betreffen. Vroeger sprak men over ontwikkelingsdyspraxie.

De problemen komen bij kinderen vooral tot uiting op 2 belangrijke gebieden: problemen met wiskunde en problemen met sociale interactie. Deze kinderen zijn vaak onhandig en houterig. Het lukt hen nooit om te eten zonder knoeien. Ze kunnen vaak het hele radionieuws navertellen, maar hebben de grootste moeite om iets na tekenen. Ze hebben een hekel aan puzzelen en het lukt ze maar niet om een kasteel te bouwen met hun blokken. Ze passen zich moeilijk aan nieuwe situaties aan en maken weinig vriendjes.

Over de precieze biologische oorzaken hiervan is niet veel meer bekend dan het vermoeden van een slechte samenwerking tussen linker- en rechterhersenhelft. In dit boek laten de auteurs deze discussie voor wat ze is. Ik denk dat dit een verstandige keuze is, want we worden tegenwoordig bijna om de oren geslagen met nieuwe syndromen en etiketten. Ze willen vooral vanuit de praktijk zoeken naar houvasten om deze groep kinderen te begeleiden.

In dat laatste zijn ze zeer goed geslaagd. Na een korte oriëntatie over NLD en de relatie met andere leer- en ontwikkelingsstoornissen gaan zij meteen op de praktische toer: hoe begeleid je deze kinderen? Omdat de doelgroep zo verscheiden is en dito de problemen, blijven de algemene adviezen beperkt. Maar het boek biedt wel een schat aan concrete tips om de meest diverse moeilijke situaties aan te pakken. Zoals het voor omgaan met NLD-kinderen betaamt, is alles systematisch en gestructureerd aangepakt, en duidelijk geïllustreerd. Zeer interessant is het hoofdstuk over de aanpak van deze kinderen in de klassituatie, want leerkrachten blijven vaak in de kou staan.

Er volgt nog een kort hoofdstuk over volwassenen met NLD, maar dit beperkt zich tot een aantal statistische gegevens over school- en beroepsloopbaan en een reeks tips.

Het geheel wordt aangevuld met een becommentarieerde lijst van adressen en websites van verenigingen voor ouders van kinderen met leer- en ontwikkelingsstoornissen in Vlaanderen en Nederland. Een leeslijst van andere boeken over leerstoornissen met bondige evaluatie en een algemene bibliografie sluiten dit praktische boek af.

Karl Baert is pedagoog en inspecteur gespecialiseerd in leerproblemen en –stoornissen. Gudrun Vanderbeck is moeder van een NLD-kind en oprichtster van de NLD-vereniging vzw. Zij hebben een handig en inspirerend werk neergezet voor opvoeders en leerkrachten.

© Minervaria

Written by minervaria

31 oktober 2006 at 23:26

Geplaatst in Orthoagogiek, Pedagogie

Tagged with

Gooi een bal, bouw een vlieger, vang een vis

leave a comment »

LEE, J., Gooi een bal, bouw een vlieger, vang een vis. 21 tijdloze activiteiten die elke ouder zijn kind kan leren. (Vert. 2004 Cath a Fish, Throw a Ball, Fly a Kite. 21 Timeless Skills Every Child Should Know) A’dam, Prometheus, 2006, 283 pp. – ISBN 90 446 0760 x

In het woord vooraf schrijft Jochem van Gelder over zijn kindertijd: “Heerlijke herinneringen. Met niets vulden we hele middagen. Natuurlijk hebben onze mannen die momenten nu ook nog wel. Maar pas nadat ze zijn gesommeerd de schermen te sluiten en naar buiten te gaan om wat te ondernemen.”

Herken je dat ook?

Jeffrey Lee ging als kind vaak met zijn vader vissen. Daar heeft hij heel mooie herinneringen aan. Vissen is dan ook de eerste activiteit in zijn boek. Maar ook ‘doodgewone’ spelletjes en bezigheden als fietsen, met de bal gooien, tuinieren of jongleren krijgen een plaats. Ook mooi is dat het gaat om activiteiten die zowel jongens als meisjes kunnen aanspreken.

Het boek van Jeffrey Lee biedt een prachtige handleiding om het spelen met kinderen boeiend en leerrijk te maken. Hij stelt 21 boeiende activiteiten en vaardigheden voor, die je als ouder zelf kan leren en al lerende aan je kind kan doorgeven. Van iedere activiteit wordt uitgebreid en helder behandeld wat je nodig hebt, de basistechnieken, hoe je problemen kan oplossen en wat er verder nog belangrijk is om succes te hebben. Je krijgt dus een ruime keuze en je zou er zó aan beginnen. En om de dode momenten op te vullen zijn er ook nog de obligate raadsels en mopjes.

Dit boek doet een oproep aan alle ouders en opvoeders om in de hypermoderne wereld van computer, Gameboys, Playstations en aanverwante artikelen ruimte te maken voor het gewone spelen.

Het is geschreven in een luchtige stijl, en geïllustreerd met leuke tekeningen. Een boek voor iedereen die met kinderen het avontuur wil beleven!

© Minervaria

Written by minervaria

5 juli 2006 at 23:21

Geplaatst in Pedagogie

Tagged with

En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden

leave a comment »

FEDDEMA, G. & A. WAGENAAR, En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2006 (16e herz.dr.), 284 pp. – ISBN 90 269 2732 0

Opvoeden is weer ‘in’. Daarom is het uitstekend nieuws dat een van de pionierswerken over opvoeden nu reeds de 16e druk beleeft. Bij de eerste uitgaven (1998-1999) waren beide auteurs verbonden aan een instelling voor jeugdhulpverlening. Zij putten dus uit een rijke ervaring met opvoeden en opvoedingsproblemen.

Tot voor enkele jaren was structuur in de opvoeding taboe. Zelfontplooiing van het kind was het doel. Met vallen en opstaan zijn we tot het besef gekomen dat opvoeden meer is dan je kind zichzelf laten zijn. De zogeheten ‘vrije’ opvoeding, waarin ‘het kind gevolgd werd’ en alle vrijheid kreeg, leverde niet de positieve effecten op die men voor ogen had. Ze heeft eerder een tegengesteld resultaat opgeleverd.

De tijd dat ouders dachten dat niet zozeer zijzelf, maar vooral de maatschappij, de school en de overheid verantwoordelijk waren voor de opvoeding, is stilaan voorbij. Ouders willen het weer zelf in handen nemen. Ouders krijgen ook zelf steeds meer behoefte aan regels, grenzen en structuur, aan waarden en normen, aan duidelijkheid en voorspelbaarheid. Het is tijd om weer gewoon te gaan opvoeden.
Maar veel ouders voelen zich zeer onzeker over opvoeden: ze hebben het zelf nauwelijks meegemaakt, en zitten met veel vragen. Opvoeden, hoe moet ik dat doen?

In dit boek worden veel van de opvoedingsaspecten besproken en uitgelegd, die de gemiddelde ouder met gewone kinderen met alledaagse problemen in de loop van de eerste twaalf jaar van de opvoeding kan tegenkomen. Het gaat dus niet over kinderen met probleemgedrag.

In een eerste hoofdstuk gaan de auteurs in op de betekenis van opvoeden. Vervolgens belichten ze aan de hand van concrete voorbeelden de basisprincipes en opvoedingsregels in de praktijk van alledag. Wat komt er allemaal kijken bij het opvoeden van kinderen, welke elementen zijn belangrijk en in welke valkuilen kan je ongemerkt trappen?

Daarna komen verschillende opeenvolgende leeftijdsfasen in beeld. Na een helder overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in elke fase, komen opvoedingsaspecten en thema’s aan de orde die specifiek zijn voor die leeftijdsfase. Het boek bevat dus tegelijk een beknopt overzicht van de ontwikkeling van het kind tot en met de schoolkindfase, én een pedagogische leidraad. De adviezen sluiten zeer mooi aan bij de specifieke ontwikkelingskenmerken van elke fase.

Het boek bevat ontzettend veel realistische tips en adviezen. Het is geschreven in een eenvoudige taal en leest als een trein. Het is bovendien aantrekkelijk gepresenteerd.
Heel zeker een aanrader!

© Minervaria

Written by minervaria

12 mei 2006 at 23:19

Geplaatst in Pedagogie

Tagged with