Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Posts Tagged ‘Infectieziekten

De reis van onze genen

leave a comment »

KRAUSE, J. & T. TRAPPE, De reis van onze genen. Onze geschiedenis en die van onze voorouders. (Vert. Die Reise unserer Gene. Eine Geschichte über uns und unsere Vorfahren, 2019) Nieuw Amsterdam, 2020, 285 pp. – ISBN 978 90 468 2681 2

Waar komt lepra vandaan? Hoe komt het dat de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika nauwer verwant zijn aan de Europeanen dan aan Aziaten? Waarom werden de Kelten en Germanen door de Romeinen ‘melkdrinkers’ genoemd? Hoe komt het dat het Nederlands tot dezelfde taalfamilie behoort als het Koerdisch?

Met behulp van de archeogenetica kunnen deze en andere vragen met grote zekerheid beantwoord worden. Die nieuwe discipline leverde reeds gigantisch veel kennis op over het verre verleden van mensen. In oeroude menselijke beenderen vindt men niet alleen het genetisch profiel van de overledenen, maar is ook te zien hoe hun erfelijke eigenschappen zich hebben verspreid. 

In dit boek wordt u ondergedompeld in het intrigerende verhaal van de drie grote migratiegolven die sinds de oertijd een stempel op Europa hebben gedrukt en die het fundament hebben gelegd voor de westerse wereld. 

Het Europese DNA leert dat de Neanderthaler na de laatste grote ijstijd het onderspit moest delven tegen de moderne mens. Deze oorspronkelijke Europese jagers-verzamelaars werden vervolgens ongeveer 8000 jaar geleden gemarginaliseerd en verdreven door immigrerende landbouwers uit Anatolië. En in datzelfde DNA vindt men tevens sporen van een derde immigratiegolf, dit keer van steppebewoners uit de Vruchtbare Sikkel. 

Het DNA van de begraven mensen geeft bovendien een inkijk in de toenmalige leefgewoontes en -omstandigheden. Zo bracht de derde migratiegolf een omslag teweeg in het voedingspatroon van de bevolking, namelijk de consumptie van zuivel. Zo is een aanzienlijk deel van de Noord-Europese bevolking lactosetolerant maar niet in Zuid-Europa. Na de laatste migratiegolf werd de structuur van de samenleving duidelijk hiërarchisch en patriarchaal. De bevindingen van de archeogenetica verhelderen bovendien hoe en wanneer de huidige Europese talen zich over Europa en Azië hebben verspreid. 

De mobiliteit van de vroege mens bracht vooruitgang en technologische ontwikkeling, maar had ook een prijs. Genetische analyses brengen de oorsprong van infectieziekten zoals de pest, de pokken, syfilis, lepra vrij nauwkeurig in verband met de vroege immigratiegolven. We weten nu dat de pest veel vroeger in Europa is gekomen dan gedacht. En er zijn harde aanwijzingen dat de Europese rode eekhoorn de gastheer was van de leprabacil.

De archeogenetica laat zien dat mensen met ‘zuivere’ Europese wortels niet bestaan en waarschijnlijk ook nooit bestaan hebben. We hebben allemaal een migratieachtergrond en onze genen getuigen hiervan.

De reis van onze genen is een razend interessant werk met een degelijk onderbouwde inhoud en verzorgde vormgeving. Johannes Krause is wereldwijd een van de bekendste deskundigen op het gebied van de archeogenetica. Van zijn kennis en inzichten heeft de journalist Thomas Trappe een zeer onderhoudend en intrigerend relaas gemaakt. Dat moest blijkbaar bondig zijn, maar voor mij mocht het gerust veel uitgebreider. 

© Minervaria

Written by minervaria

27 februari 2022 at 15:21

De microben in ons

leave a comment »

YONG, E., De microben in ons. (Vert. I Contain Multitudes. The Microbes Within Us and a Grander View of Life, 2016) A’dam, AUP/Uitg. Manteau, 2017, 394 pp. – ISBN 978 90 2233 393 8

Handen wassen, microben opkrassen!

U hebt het ongetwijfeld ook al opgemerkt in de toiletten van een eet- of drinkgelegenheid. Maar bent u werkelijk microbenvrij na een rondje handen wassen? En zo niet, hoe erg is dit dan?

Recent onderzoek toont aan dat het toetsenbord van mijn computer tot 400 keer meer bacteriën bevat dan de toiletbril. En met de computermuis is het niet veel beter gesteld. Zou ik dan niet beter na ieder gebruik van de computer ook de handen wassen? En wat als ik mijn handen bij de mond breng als ik aan het nadenken ben?

Microben of bacteriën doen ons spontaan denken aan ziekte en dood. Niets is minder waar, zegt Ed Yong. De meeste microben maken niet ziek, maar zijn zelfs nuttig en vaak levensnoodzakelijk. Micro-organismen zijn essentiële bestanddelen van de wereld. Ze zijn alomtegenwoordig en onmisbaar. En dat toont hij met verve aan in dit meeslepende boek.

Elk levend wezen herbergt een krioelende massa microben of micro-organismen. Ieder van ons is een dierentuin op zich. Mensen bevatten ongeveer evenveel menselijke cellen als micro-organismen. Deze microscopische menagerie bevindt zich zowel aan de buitenkant als in ons lichaam en wordt ons microbioom genoemd.

Zonder micro-organismen zouden wij niet eens bestaan. Het complexe leven op aarde is slechts mogelijk dank zij miljoenen jaren oude interacties tussen micro-organismen onderling. Levende wezens hebben hun mogelijkheden te danken aan het samenleven met micro-organismen. Het lot van hele soorten en groepen hangt af van hun partnerschappen met microben. Sommige soorten bestaan zelfs slechts bij de gratie van bacteriën met wie ze in symbiose leven.

Er zijn talloze voorbeelden van de symbiose tussen bacteriën en dieren. Die wemelende verzameling van duizenden soorten die voortdurend met elkaar concurreren, met hun gastheer onderhandelen, zich ontwikkelen en veranderen, vormt een ingewikkeld en gevarieerd ecosysteem. Zo slikt de gemiddelde mens met iedere gram voedsel ongeveer een miljoen micro-organismen in, die op hun beurt in interactie gaan met de darmflora.

Van de miljoenen microben is slechts een minderheid potentieel schadelijk. En als bacteriën levensbedreigende infecties veroorzaken, dan komt dat vaak omdat het normale microbioom verstoord is geraakt. Een rijk, florerend microbioom is de basis voor een goed werkend immuunsysteem en daardoor een efficiënte barrière voor ziekmakende bacteriën. Men heeft bijvoorbeeld ontdekt dat sommige koraalriffen afsterven omdat hun microbioom uit balans is.

Een nieuwe kijk op ziekte en gezondheid dringt zich dus op. Ziekte is een verstoring van een ecosysteem en dus een ecologisch probleem. En met onze moderne voedingsgewoontes en het gebruik van antibiotica belagen we dat ecosysteem. Ook onze obsessie met hygiëne werkt averechts. Steriliteit is een vloek, want door onschadelijke organismen buiten spel te zetten geven we juist meer ruimte aan schadelijke micro-organismen.

Die inzichten stellen ons in staat om ziektes op een andere manier te bestrijden dan we gewend zijn. De kennis en technieken staan nog in de kinderschoenen. Maar ze bieden veelbelovende perspectieven en openen de weg naar de gepersonaliseerde geneeskunde van de toekomst. Zo maakt men er nu al gebruik van bij fecale transplantatie en voor het bestrijden van malaria.

In De microben in ons valt uiteraard nog heel wat meer te leren over het ongemeen boeiende universum van de micro-organismen op aarde. Met aanstekelijk enthousiasme leidt wetenschapsschrijver Ed Yong u door de fascinerende, onzichtbare wereld die ons bestaan regelt. Hij slaagt er bovendien met glans in om een hoog wetenschappelijk gehalte te combineren met een vlotte pen, zodat ook de niet-ingewijde het betoog vrij gemakkelijk kan volgen.

Het is bijna onbegrijpelijk dat dit boek uit 2017 hier nauwelijks bekendheid kreeg. Ik heb het toevallig in handen gekregen, maar het was meteen een voltreffer! En ik ben helemaal anders gaan kijken naar de wonderlijke wereld van microben.

© Minervaria

Written by minervaria

22 november 2018 at 18:05

Griep

leave a comment »

KOLATA, G., Griep. Het verhaal van de grote influenza-epidemie van 1918 en de zoektocht naar het dodelijke virus. (Vert. Flu: The Story of the Great Influenza Pandemic of 1918, 1999) A’dam, De Bezige Bij, 2000, 410 pp. – ISBN 978 90 234 3985 6

Alsof de eerste wereldoorlog nog niet genoeg ellende had gebracht, sloeg in de herfst van het laatste oorlogsjaar een dodelijke griep toe. De Spaanse griep eiste in 1918 binnen vier maanden bijna 5 maal meer mensenlevens dan de oorlog in vier jaar. Recente schattingen spreken van minstens 50 miljoen slachtoffers wereldwijd.

De plaag verspreidde zich razendsnel over de hele aarde, tot in de verste uithoeken van de wereld. Het was een griep zoals niemand die ooit had meegemaakt. Overal waar het toesloeg maakte het virus slachtoffers onder een groep mensen wie de vernietigende werking van een besmettelijke ziekte normaliter bespaard bleef, namelijk de jonge volwassenen.

Daarmee stelt de griepepidemie van 1918 alle andere epidemieën van deze eeuw in de schaduw. Er stierven zoveel mensen dat de gemiddelde levensverwachting in de meeste landen in één klap met 10 jaar daalde. Er hangt er echter een grote stilte over deze tragedie. Aan de verwoestende griepepidemie van 1918 is nauwelijks aandacht besteed en ze is opvallend schaars gedocumenteerd.

Toen de epidemie uitbrak had men nog geen idee van virussen en men beschikte evenmin over de kennis en technologie om de ziekteverwekker op het spoor te komen. Bijna 50 jaar na de uitbraak probeerden avontuurlijke en bevlogen microbiologen deze alsnog te vinden. Dit was uiteraard geen sinecure. Gina Kolata, zelf microbiologe, beschrijft hun verbeten zoektocht in verschillende continenten, tot de meest onherbergzame uithoeken van de wereld.

Ondanks alle vooruitgang die in de moleculaire biologie en de genetica sinds 1918 was geboekt, waren de raadsels aan het einde van het vorige millennium nog niet opgelost. Waarom doodde de griep bij voorkeur jonge, gezonde mensen tussen 20 en 40 jaar? En waardoor was de griep van 1918 zo dodelijk? Over het antwoord kon men in 1999, het jaar van publicatie, nog slechts hypothesen formuleren. Intussen lijkt het Mysterie van de Spaanse griep opgelost.

Voor een microbiologe is de speurtocht naar een onbekend virus natuurlijk ongemeen boeiend. Maar in haar ijver om van Griep een spannende detectiveroman te maken verliest de auteur regelmatig de noden van de doorsnee geïnteresseerde lezer uit het oog. Die heeft niet zozeer behoefte aan een uitgebreide biografie van de onderzoekers, hoe ze eruit zagen, welke kledij ze bij voorkeur droegen of hun liefhebberijen. Deze informatie leidt alleen maar af van de draad van het verhaal.

Vaak miste ik een duidelijke en behapbare uitleg over hoe onderzoekers op hun ideeën kwamen en welke methoden ze hanteerden. Laboratoriumprocessen worden onvoldoende uitgelegd en er ontbreekt een lijst van de gebruikte microbiologische terminologie.

Niettemin slaagt Gina Kolata erin om de bewogen avonturen van de onderzoekers met verve weer te geven. Ze zet een vlot leesbaar werk neer dat het midden houdt tussen non-fictie en fictie.

© Minervaria

Written by minervaria

31 oktober 2018 at 09:45

Geplaatst in Geneeskunde, Geschiedenis, Wetenschap

Tagged with

Van dier naar mens

leave a comment »

QuammenD13QUAMMEN, D., Van dier naar mens. Over de opkomst van levensbedreigende infectieziekten. (Vert. Spillover. Animal Infections and the Next Pandemic, 2012) A’dam/A’pen, Uitg. Atlas Contact, 2013, 557 pp. – ISBN 978 90 450 0760 1

In februari 2014 brak in Guinée een ebola-epidemie uit. De uiterst besmettelijke ziekte kreeg in een mum van tijd drie landen in West-Afrika in zijn greep. In Zuid-Korea werden recent 230 scholen gesloten als voorzorgsmaatregel tegen het MERS-virus, worden zo’n 6.500 mensen in quarantaine gehouden en zijn er intussen al twintig doden geteld. En enkele jaren geleden veroorzaakten SARS, vogelgriep en varkensgriep wereldwijde paniek.

Deze ziekten worden veroorzaakt door een virus dat van dieren naar mensen overspringt. Ze worden zoönosen genoemd. Ook lassakoorts, westnijlkoorts, builenpest en malaria zijn zoönosen. Sommige slaan slechts sporadisch toe en doven zonder veel schade uit, maar andere verbreiden zich in sneltempo van de ene persoon naar de andere. En in de afgelopen 50 jaar dienden er zich steeds meer van dit soort infectieziekten aan.

Waar komen deze virussen vandaan? Hoe springen ze over van dieren op mensen? Hoe verspreiden ze zich en maken ze mensen ziek? En hoe slaagt men erin ze onder controle te krijgen? En hoe komt het dat dergelijke infectieziekten steeds vaker voorkomen?

Alles wijst erop dat de recente uitbraken van zoönosen veroorzaakt worden door de catastrofale verstoring van ecosystemen door de mens. Dieren moeten territorium afstaan en komen daardoor veel vaker in contact met mensen. Sommige diersoorten worden niet meer in toom gehouden door roofdieren. Menselijke technologie en activiteiten verspreiden de ziekmakende virussen bovendien steeds sneller en op steeds grotere schaal. Zo biedt de desintegratie van natuurlijke ecosystemen kansen voor de oversprong van een virus van dieren op mensen.

Hiermee wordt duidelijk hoe belangrijk ecologische diversiteit is voor de volksgezondheid. Als er een nieuwe pandemie komt dan zal dat waarschijnlijk een zoönose zijn. Maar wegens de vele onzekerheden is het onvoorspelbaar wanneer deze zich zal voordoen en hoe ernstig ze wordt. Het enige wat we kunnen doen is minstens waakzaam zijn, goed voorbereid en snel ingrijpen.

David Quammen trok naar de streken waar in de voorbije halve eeuw belangrijke zoönosen uitbraken en neemt u mee op een fascinerende speurtocht naar de bron van het virus. Hij verheldert hoe aan virusonderzoek wordt gedaan in het algemeen en meer in het bijzonder in het geval van zoönosen. Hij gaat op pad met de veldbiologen om dieren te observeren en te vangen. Hij observeert het monnikenwerk in de laboratoria waar men de boosdoener probeert op te sporen. En hij legt uit hoe men behulp van wiskundige modellen zicht krijgt op het ontstaan en de verspreiding van de ziekte.

Met dit prachtige en stevig gedocumenteerde boek heeft David Quammen weer een hoogstandje geleverd. Van dier naar mens houdt het midden tussen een populair wetenschappelijk werk, een reisverslag en een spannende detectiveroman. Het onderzoek naar de herkomst van een virus is immers als het zoeken naar een speld in een hooiberg.

Waarschijnlijk uit zorg om geen enkele onderzoeker onrecht te doen, vermeldt de auteur echter een overvloed aan details waaraan de doorsnee lezer geen boodschap heeft. Dit is vaak hinderlijk voor de vlotte leesbaarheid, maar gelukkig kunnen deze passages ook overgeslagen worden. Evenals Monster van God en Het lied van de dodo doet deze kanjer je niettemin al uitkijken naar zijn volgende werk.

© Minervaria

Written by minervaria

10 juni 2015 at 12:33

Het einde van de antibiotica

with 2 comments

vandenBrinkR13van den BRINK, R., Het einde van de antibiotica. Hoe bacteriën het winnen van een wondermiddel. Breda, Uitg. De Geus BV, 2013, 412 pp. – ISBN 978 90 445 2348 5

Antibiotica zijn onmisbaar voor de moderne geneeskunde. Voorheen dodelijke infectieziekten, zoals tuberculose, longontsteking en cholera, zijn nu redelijk goed te bestrijden. Zonder antibiotica zouden moeilijke en ingewikkelde operaties geen kans op slagen hebben en te vroeg geboren kinderen zouden bezwijken aan onschuldige infecties.

Aan die geruststellende situatie dreigt in de nabije toekomst echter een einde te komen. Bacteriën ontwikkelen weerstand en steeds meer ziekteverwekkers zijn met de bestaande antibiotica niet kapot te krijgen. Die multiresistente bacteriën zijn de nachtmerrie van iedere zorginstelling. Lastig te behandelen patiënten moeten geïsoleerd verpleegd worden, er gelden extra strenge hygiënevoorschriften voor artsen en verpleegkundigen, en afdelingen moeten tijdelijk gesloten en grondig gereinigd worden. Een superbacterie waartegen de antibiotica niet meer op kunnen, jaagt de maatschappij op enorm hoge menselijke en economische kosten. Rinke van den Brink, journalist bij de NOS, onderzoekt hoe het zover is kunnen komen en wat de gevolgen zijn.

Resistentie van bacteriën tegen dodelijke stoffen is een natuurlijk fenomeen en veel ouder dan de mensheid. Bacteriën muteren om te overleven waardoor ze hun belagers te snel af zijn. Voor dit natuurlijke proces had Alexander Fleming, de ontdekker van penicilline, al gewaarschuwd. Antibiotica dienen schaars toegediend te worden en hand in hand te gaan met hygiënische maatregelen: waterleiding en riolering. Dat de antibioticaresistentie zulke onrustwekkende proporties kon krijgen is het gevolg van de wijze waarop er in de hele wereld met antibiotica omgesprongen wordt.

In ontwikkelingslanden hebben meer dan een miljoen mensen geen toegang tot schoon water en meer dan dubbel zoveel mensen hebben geen toilet. Antibiotica zijn er relatief goedkoop en worden lukraak gebruikt om ziektes bij mens en dier te bestrijden. In de welvarende landen worden antibiotica veel te laks gebruikt, zowel in de menselijke geneeskunde als in de intensieve veeteelt. En de open grenzen met het internationaal reisverkeer en het toerisme maken het onmogelijk om verspreiding van antibioticaresistentie tegen te gaan.

De toekomst ziet er donker uit. In het post-antibioticatijdperk zouden mensen weer kunnen sterven aan keelontstekingen en urineweginfecties. En het ziet er niet naar uit dat het probleem op korte termijn opgelost kan worden. Nieuwe antibiotica zouden deze evolutie kunnen tegengaan, maar voorlopig zitten die niet in de pijplijn. Verantwoord antibioticagebruik is een prachtig streven maar een oplossing voor de lange termijn. Toch moet er dringend werk van gemaakt worden. Zonder antibiotica gaan we immers terug naar middeleeuwse toestanden.

Het einde van de antibiotica is de neerslag van diepgaand en uitgebreid journalistiek onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van onverantwoord antibioticagebruik. Van den Brink evalueert omstandig hoe er binnen verschillende ziekenhuizen met uitbraken van resistente bacteriën omgegaan werd. Hij doet verslag van talloze gesprekken met deskundigen en verantwoordelijken. Zo maakt hij duidelijk hoe ingewikkeld het probleem is en hoeveel verschillende en vaak tegenstrijdige belangen ermee gemoeid zijn.

Dit boek richt zich voornamelijk op de Nederlandse situatie. Daardoor zal het Vlamingen wellicht minder aanspreken. Dit is jammer, want dit werk inspireert tot een meer verantwoorde houding tegenover het gebruik van antibiotica.

© Minervaria

Written by minervaria

15 juli 2014 at 13:16

Geplaatst in Gezondheid en welzijn

Tagged with

De onzichtbare vijand

leave a comment »

MOOIJ, A., De onzichtbare vijand. Over de strijd tegen infectieziekten. A’dam, Uitg. Balans, 2007, 255 pp. – ISBN 978 90 5018 889 0

Vogelpest, Mexicaanse griep, SARS, varkensgriep, de ziekenhuisbacterie, het West-Nijlvirus, de ziekte van Lyme. Wie dacht dat de mens de strijd tegen de besmettelijke ziekten definitief gewonnen had komt bedrogen uit. Toch eisen deze ziekten bijlange niet zoveel slachtoffers als de oude infectieziekten die in vroeger tijden massa’s mensen wegmaaiden.

Van oudsher worden mensen belegerd door ziekten als gevolg van een invasie van vreemde micro-organismen in het lichaam. Pest, pokken, lepra, cholera, malaria, difterie, tuberculose, gele koorts, syfilis, mazelen en roodvonk zijn in het collectieve geheugen gegrift. Epidemieën van besmettelijke ziekten behoorden zonder twijfel tot de ergste verschrikkingen. Er hoeft maar weinig te gebeuren of die angsten komen weer tot leven.

Voor de zeventiende eeuw werd in deze rampzalige epidemieën de hand van God ontwaard. In De onzichtbare vijand vertelt Annet de Mooij hoe de strijd tegen infectieziekten steeds meer een zaak werd van de wetenschap. Vanaf de zestiende eeuw groeide de belangstelling voor de werking van de natuur. In de volgende eeuw werd in het denken over ziekten en epidemieën gaandeweg meer gewicht toegekend aan aardse invloeden. De autoriteiten begonnen maatregelen te nemen die het besmettingsgevaar moesten indammen. De vroeger vrijwel onbegrensde greep van religie en magie op de geneeskunde verslapte.

De ontdekking van eencellige wezens door Antoni van Leeuwenhoek was de allereerste stap. Hij legde echter nog geen verband met mogelijke ziekten. De eerste besmettelijke ziekte die op een moderne manier werd benaderd waren de pokken. Op het einde van de achttiende eeuw verblijdde de plattelandsarts Edward Jenner de wereld met de koepokinenting of vaccinatie. Het succes van deze ingreep – de pokken zijn de eerste ziekte die wereldwijd werd uitgeroeid – vormde de start van de preventieve geneeskunde.

De ontdekkingen van Pasteur en Koch in de negentiende eeuw legden de basis voor de bacteriologie. Toch betekende dat niet meteen een doorbraak in de bestrijding van infectieziekten. Bij epidemieën moest de geneeskunde vaak machteloos toekijken. In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de betekenis van infectieziekten als doodsoorzaak vooral af door de verbetering van de voeding en van de sociale en sanitaire leefomstandigheden en door de effecten van voorlichting en onderwijs.

De echte triomfen van de geneeskunde over infectieziekten manifesteerden zich pas in de twintigste eeuw. De keuze aan beschikbare vaccins werd ruimer en men ontwikkelde nieuwe geneesmiddelen. De komst van antibiotica was een medische doorbraak zonder weerga. Rond 1950 waren de infectieziekten van doodsoorzaak nummer één veranderd in een onbeduidende restcategorie. Hier en daar viel er nog wat op te ruimen, maar het grote werk was gedaan.

De euforie was echter van korte duur. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werd de wereld opgeschrikt door een nieuwe groep van ziekten, de hemorragische koortsen zoals Ebola. Toen die onder controle waren, zette aids de infectieziektebestrijding weer op de kaart. Oude ziekten als tuberculose kwamen weer op. En ieder jaar duikt er wel een of andere nieuwe besmettelijke variant op waartegen bacteriologen en virologen koortsachtig een remedie zoeken.

In de strijd tegen infectieziekten is iedere vooruitgang voorwaardelijk. Tussen mens en bacteriën en virussen zal er altijd evolutionaire competitie zijn om te overleven. Bacteriën en virussen worden resistent tegen de gangbare medicijnen, waardoor er steeds nieuwe moeten gevonden worden. De vraag is niet óf zich weer nieuwe grote pandemieën zullen voordoen, maar wanneer dit zal gebeuren.

Met dit boek heeft Annet de Mooij een spannend, en nog altijd actueel, hoofdstuk in de geschiedenis van de geneeskunde en gezondheidszorg toegankelijk gemaakt voor een ruim publiek. Ze heeft zich degelijk gedocumenteerd en besteedt, behalve aan de evolutie in de geneeskunde, ruim aandacht aan politieke keuzes en maatschappelijke ontwikkelingen. We leren ook hoe de wetenschap niet lineair vooruitgaat, maar met vallen en opstaan en in sprongen.

Een uitermate vlot lezende tekst zorgt bovendien voor waar leesplezier.

© Minervaria

Written by minervaria

14 januari 2012 at 09:58