Voor u gelezen

Over mens en maatschappij

Archive for december 2011

Leopold I. De eerste koning van Europa

leave a comment »

DENECKERE, G., Leopold I. De eerste koning van Europa. A’pen, De Bezige Bij, 2011, 736 pp. – ISBN 978 90 8542 317 1

De eerste koning der Belgen leeft niet meer in het collectieve geheugen. In zijn tijd werd Leopold van Saksen-Coburg echter beschouwd als een grote seigneur. Hij heeft niet alleen als koning van België zijn sporen in de geschiedenis nagelaten, hij speelde tevens een belangrijke rol in de Europese politiek van de 19e eeuw.

Leopold had een gigantisch correspondentienetwerk uitgebouwd over heel Europa. Daarmee onderhield hij persoonlijke en politieke banden met nagenoeg alle gekroonde hoofden en vooraanstaande politici. Via dat netwerk voerde hij een discrete diplomatie en had hij een stevige vinger in de pap op het schaakbord van de Europese politiek. Deze omvangrijke briefwisseling is de basis en leidraad van de biografie door Gita Deneckere, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Gent.

Als eerzuchtige zoon van een verarmd hertogsgezin in het provincienest Coburg, raakte Leopold al snel betrokken bij de veldtochten tegen Napoleon. Op het Congres van Wenen, dat de kaart van Europa grondig herschikte, fungeerde hij als waarnemer. Hij verkeerde in de beste kringen van Parijs en Wenen en viel op door zijn savoir-vivre, manieren en stijl.

Toen hij zijn hart verloor aan de Britse kroonprinses Charlotte van Wales leek zijn toekomst in Engeland te liggen. De dramatische en vroegtijdige dood van Charlotte besliste er anders over. Aan deze ontwikkeling hield Leopold echter een hechte band over met zijn nichtje Victoria, de latere koningin van Engeland. Zijn hele verdere leven volgde hij haar van nabij en heeft hij haar met raad en daad gesteund. Via hun intense briefwisseling speelde hij een belangrijke rol in het koningshuis van Engeland en indirect in de Britse politiek.

Alhoewel het zachte klimaat hem aantrok, weigerde hij de troon van Griekenland omdat hij de voorwaarden niet vertrouwde. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Op het aanbod om koning te worden van het kersverse België met de meest liberale grondwet van Europa ging hij wel in. Hij was er meteen erg populair en werd het symbool van eenheid en onafhankelijkheid. Hij stimuleerde en ondersteunde tevens de economische en industriële ontwikkeling van België.

Leopold zag zichzelf als de vader van zijn volk, de enige die, ongeacht de politieke wisselvalligheden van de prille parlementaire democratie, echt het belang van het land diende. Hij was geen democraat maar hij beschouwde democratische hervormingen als een manier om de revolutie te verhinderen. Hij vond de Belgische grondwet te liberaal, maar legde zich erbij neer.

Zijn hele leven immers was Leopold als de dood voor een herhaling van de Franse Revolutie, die tot despotisme en oorlog had geleid. Hij was de overtuiging toegedaan dat de monarchie een nuttig bolwerk was tegen de mogelijke heropflakkering van de revolutie en tegen de verspreiding van liberalisme en nationalisme in Europa. En hij was zich altijd zeer bewust van de zwakke positie van België tegenover Frankrijk.

In een tijd waarin de vorst nog werd beschouwd als een politieke figuur die zijn land vertegenwoordigde, beperkte Leopold zich niet tot zijn taak als koning van het kleine België. Hij zag zichzelf als gezant van de vrede in Europa en dus als behoeder van orde en rust. Door middel van zijn correspondentienetwerk probeerde hij bij ieder conflict te bemiddelen en de gemoederen te bedaren.

Geheel in de geest van zijn tijd hield hij zich ook bezig met een intensieve huwelijkspolitiek. Dit gold in de eerste plaats zijn eigen tweede huwelijk met de dochter van de Franse koning. Maar hij had ook de hand in het huwelijk van zijn nicht Victoria met Albert, ook een Coburger, en in de huwelijken van andere gekroonde hoofden van zijn tijd. Met het arrangeren van de huwelijken van zijn eigen kinderen had hij minder geluk.

Langs de omvangrijke briefwisseling die hij en zijn correspondenten hebben nagelaten volgt Gita Deneckere Leopold van zijn geboorte in 1790 tot zijn overlijden op 10 december 1865. Het moet een immens werk geweest zijn om het overzicht te behouden in deze overvloedige correspondentie, en deze steeds weer in verband te brengen met het veelzijdige leven van Leopold en met belangrijke politieke en sociale ontwikkelingen.

In dat opzet is de auteur jammer genoeg niet echt geslaagd. Dit boek wordt als biografie gepresenteerd, maar het levensverhaal van de hoofdpersoon komt niet goed uit de verf. De figuur van Leopold wordt bladzijden lang ondergesneeuwd door gedetailleerde verslagen van de ontwikkelingen in andere landen, vooral Groot-Brittannië. Geregeld gaat het boek meer over koningin Victoria dan over Leopold. Hoe hij zelf leefde en werkte, toch een belangrijk aspect van een biografie, wordt schaars belicht.

Zijn opvattingen komen dan weer wel uitgebreid aan de orde. Via zijn brieven bekijken we de gebeurtenissen in België en Europa door zijn ogen. Hij stond daarbij natuurlijk op de eerste rij en was goed geïnformeerd. Dat is echter niet het geval voor de doorsnee lezer. Die zoekt tussen de bespiegelingen van Leopold tevergeefs naar een coherente en begrijpelijke uitleg over de feitelijke gebeurtenissen.

De auteur veronderstelt bij de lezer een grondige kennis van de politieke ontwikkelingen na de nederlaag van Napoleon, zowel in Europa als in het kersverse België. In haar streven naar een volledige en genuanceerde weergave van de geschiedenis verzandt ze echter in een overvloed aan details. Dit resulteert in lange slaapverwekkende passages, waarin de gewone lezer tevergeefs naar samenhang en overzicht zoekt.

Het jarenlange minutieuze onderzoek van Gita Deneckere kan alleen maar ontzag inboezemen. Wie geïnteresseerd is in de politieke ontwikkelingen in de eerste helft van de negentiende eeuw zal er zeker een en ander uit opsteken. Als biografie, bestemd voor een ruim publiek, is het echter een gemiste kans.

© Minervaria

Written by minervaria

19 december 2011 at 18:41

Geplaatst in Geschiedenis, Politiek

Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij)

leave a comment »

TAVRIS, C. & E. ARONSON, Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij). Waarom we dwaze overtuigingen, slechte beslissingen en kwetsend gedrag rechtvaardigen. (Vert. Mistakes were mad (but not by me) – Why we justify foolish beliefs, bad decisions and hurtful acts, 2007) A’dam, Uitg. Nieuwezijds, 2011, 280 pp. – ISBN 978 90 5712 339 9

De mens is ingewikkeld. Hij is tot alles bekwaam en bovendien in staat zichzelf telkens gelijk te geven.
Yehudi Menuhin

Toen bleek dat Irak geen massavernietigingswapens bezat, geen banden had met Al Quaeda, het Amerikaanse leger niet op gejuich werd ontvangen en de oorlog na zes weken niet was afgelopen, verklaarde president Bush: “Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat de beslissingen die ik heb genomen de juiste zijn.”

Met de regelmaat van een klok vernemen we hoe politici en andere belangrijke publieke figuren hun fouten en verkeerde beslissingen goedpraten of onder de mat proberen te vegen. Wij kijken geamuseerd toe of reageren geschrokken of ontzet. In wezen is wat zij doen psychologisch niet anders dan wat de meesten van ons weleens hebben gedaan.

We vergoelijken of bagatelliseren ons eigen aandeel in een misser. We voeren heftige echtelijke ruzies over wie gelijk heeft. We beschuldigen anderen van hypocriete beslissingen maar zien de onze niet. Zelfs als we beseffen dat we fout waren, zijn we vaak niet in staat het toe te geven. Maar meestal zijn we er ons helemaal niet van bewust dat we op die manier ons gedrag of standpunt proberen te rechtvaardigen.

Waarom is het voor de meeste mensen zo moeilijk om een fout toe te geven of te bekennen dat ze zich vergist hebben? Waarom blijven ze soms tegen alle evidente bewijzen in hardnekkig vasthouden aan hun opvattingen en handelwijze? En hoe kunnen we dit herkennen en voorkomen?

Geregeld houden we er verschillende opvattingen op na die elkaar uitsluiten. Het gebeurt ook dat ons handelen strijdig is met een belangrijke opvatting over onszelf of over de groep waartoe we behoren. Dat bezorgt ons een onprettig gevoel, dat in de psychologie cognitieve dissonantie wordt genoemd.

Als we onze mening of gedrag zouden veranderen, dan zou dat vervelende gevoel eenvoudig verdwijnen. Maar dan moeten we toegeven dat wij ons vergist hebben of iets stoms hebben gedaan. En dat vinden we nog minder prettig. Zelfrechtvaardiging stelt ons in staat om die spanning op te heffen en onze innerlijke rust te hervinden.

Op zich is daar niets mis mee. Het is goed voor onze nachtrust. Zonder zelfrechtvaardiging zouden we gebukt gaan onder schaamte of spijt. Maar er kleven ook ernstige nadelen aan. We maken van onze verkeerde beslissingen niet alleen een bagatel, we worden er blind voor. Daardoor blijven we dezelfde fouten maken. Als we begrijpen hoe zelfrechtvaardiging werkt, zullen we er beter van kunnen leren.

De auteurs, beiden doortimmerde sociaal-psychologen, nemen ons mee op een boeiende tocht langs de verschillende wijzen waarop zelfrechtvaardiging ons bij de neus neemt, en onszelf en anderen schade berokkent. Met talloze voorbeelden maken ze duidelijk hoe hardnekkige vooroordelen en misplaatste trots gegrond zijn in zelfrechtvaardiging. Ze tonen aan hoe topmanagers erdoor aangezet worden tot hebzucht, en dictators aangespoord hun bevolking steeds meedogenlozer te onderdrukken.

Zelfrechtvaardiging is de droevige achtergrond van hardnekkige gerechtelijke dwalingen en nefaste beleidsbeslissingen. Omwille van zelfrechtvaardiging doden fanatieke gelovigen in naam van God, en worden kinderen door geestelijken misbruikt. Wetenschappers negeren nieuwe gegevens en blijven vasthouden aan achterhaalde theorieën. En tegen beter weten in blijven zorgverleners schadelijke behandelingen toepassen.

Wij leren hoe zelfrechtvaardiging partners uit elkaar drijft en familieruzies in de hand werkt. Herinneringen worden onbewust vervormd en houden oud zeer in stand. Mensen blijven zich wentelen in hun slachtofferrol. Oeroude conflicten tussen volkeren worden levendig gehouden.

In het laatste hoofdstuk krijgen we handvatten aangereikt om de valkuil van de zelfrechtvaardiging te vermijden. Vergissen is menselijk, maar we kunnen kiezen of we onze fouten toegeven of toedekken. Onze diepgewortelde neiging om onze miskleunen te ontkennen en met de mantel der eigenliefde toe te dekken maakt dat zeker niet gemakkelijk. Maar er zijn frappante voorbeelden van werkelijk grote mensen die er, zij het met moeite, in geslaagd zijn.

“Uiteindelijk is ‘geen fouten maken’ niet de toetssteen waaraan het karakter van een volk of de integriteit van een individu wordt afgemeten. Bepalend is wat we doen nadat we een fout hebben gemaakt.”, aldus de auteurs.

Hebt u zich ooit hebt afgevraagd waarom politici evidente blunders blijven herhalen of hoe het mogelijk is dat fatsoenlijke mensen zich laten omkopen? Vindt u het moeilijk te begrijpen dat sommige mensen nog hardnekkiger geloven als de profetie van hun leider niet uitkwam? Had u weleens een hoogoplopende discussie met uw partner of een vriend over een herinnering? In dit boek leest u er alles over.

Het is gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek, zeer onderhoudend geschreven en met talloze sprekende voorbeelden geïllustreerd. Het kon me van begin tot einde boeien.

@ Minervaria

Deze recensie verscheen ook op Noorderlicht.

Aansluitend:

Written by minervaria

8 december 2011 at 18:52

Geplaatst in Psychologie, Uncategorized